Geloven en belijden
Broeders en zusters,
Vandaag horen wij de
vraag van Jezus aan de apostelen: "Wie zegt gij dat Ik ben?”
Laten ze er maar
eens voor uit komen!
Want net zoals heden
ten dage waren er vele meningen en opvattingen.
Voor veel mensen is
het een moeilijke vraag: "wie zegt gij dat Ik ben”.
Het is voor velen
een onprettig gevoel om er voor uit te komen of kleur te bekennen.
En ondanks dat de
mensen veel mondiger zijn geworden, is het uitkomen voor een eigen
mening vaak nog een taboe.
Men verschuilt zich
dan vaak achter de mening die de media en de meerderheid geeft om
geen gezicht te verliezen.
Maar Jezus vraagt
ons nu om ook eens een keer voor onze mening uit te komen, durven we
openlijk te zeggen dat we in Hem geloven, van Hem houden.
Durven wij ons
geloof te belijden?
Een geloof dat
eeuwenlang onveranderd is gebleven en door de Heilige Kerk bewaakt en
bewaard is.
Gelukkig voor velen
nog een geloof dat wij van huis uit hebben meegekregen en is
ingekleurd met vreugde en dankbaarheid.
Als mensen gevraagd
wordt: "wat betekend voor u het geloof?”, dan staan ze vaak met
de mond vol tanden of durven niet voor hun overtuiging uit te komen.
Inderdaad is de
angst vaak terecht, omdat we door een eigen mening te hebben buiten
de boot te vallen.
Je loopt een heel
groot risico, op een zijspoor te worden geschoven en als geesteszieke
afgeschilderd. |
Ondanks het recht op vrije meningsuiting, dat op alles en nog wat wordt toegepast, schijnt dit steeds minder te gelden voor een christen.
Dit natuurlijk in de maatschappij, maar ook binnen de kerk zelf wordt een duidelijke geloofsovertuiging niet altijd getolereerd.
Men zal dan al heel gauw een list verslinden om je buiten de deur te werken en als lastig en overdreven betitelen.
Toch, broeders en zusters, mogen wij ons daardoor niet uit het veld laten slaan.
We hoeven onze Rooms Katholieke geloofsovertuiging niet onder stoelen of banken te steken.
We moeten zelfs, als het er op aan komt, bereid zijn er voor te sterven, zoals de martelaren.
Evenals Petrus door het kruis en Paulus door het zwaard.
Ja, de navolging van Christus bij uitstek!
Hun bloed vormt het zaad voor een hernieuwd geloof, een geloof dat vol overtuiging overkomt.
Dat, broeders en zusters, is wat wij nodig hebben.
We mogen ons leven niet baseren op wat "vlees en bloed” ons voorhouden, op "wat men er van vindt”, maar op wat de Vader in de hemel ons door Jezus Christus, Zijn Zoon heeft geopenbaard.
Zoals St.Paulus dit schrijft: "De Geest zegt uitdrukkelijk, dat in de eindtijd sommigen zullen afvallen van het geloof, omdat zij gehoor geven aan dwaalgeesten en demonische leringen, onder invloed van huichelachtige leugenaars, die door hun eigen geweten gebrandmerkt zijn.
Zij verwerpen het huwelijk en het gebruik van bepaalde spijzen, ofschoon God die heeft geschapen om onder dankzegging gebruikt te worden door de gelovigen, die de waarheid erkend hebben.
Want al wat God geschapen heeft is goed, en niets is verwerpelijk dat onder dank wordt aanvaard: het wordt geheiligd door het woord van God en het gebed.
Als u dit de broeders voorhoudt, zult u een goed dienaar van Christus Jezus zijn, gevormd door de beginselen van het geloof en de goede leer, waarvan u een trouw aanhanger bent.
Laat u niet in met banale bakerpraatjes.
Oefen u in een godsdienstig leven.
Blijf zorg besteden aan uzelf en aan uw onderricht; houd daaraan vast.
Door dat te doen redt u zowel uzelf als hen die naar u luisteren.” ( 1 Tim. 4, 1-16 )
Het geloof dat wij delen met Petrus en Paulus, het geloof in: "één God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen.
In één Heer Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, die om ons mensen uit de hemel is neergedaald.
Het vlees heeft aangenomen door de Heilige Geest uit de Maagd Maria en is mens geworden”, dit houdt ons staande.
En dat niet alleen in de stormen van deze moderne tijd, maar ook en vooral in het uur van de dood.
Amen.
Hans Smits