Derde zondag na Driekoningen
Epistel
Rom. 12, 16-21
Broeders, meent niet,
dat gij de wijsheid bezit.
Vergeldt niemand kwaad met kwaad, maar weest bedacht
op het goede, niet alleen voor het oog van God, maar ook voor het oog van alle
mensen.
Als het mogelijk is, leeft dan met iedereen in vrede, voor zover het
van u afhangt.
Geliefden, oefent zelf geen wraak; maar laat dat over aan de
gramschap Gods; want er staat geschreven: "Aan Mij de wraak: Ik zal
vergelden, zegt de Heer."
Integendeel, als uw vijand honger heeft, geef
hem dan te eten; als hij dorst heeft, geef hem te drinken; want als gij dat
doet, stapelt gij vurige kolen op zijn hoofd.
Laat u niet overwinnen door het
kwaad; maar overwin het kwade door het goede.
Evangelie
Mt. 8, 1-13
In die tijd,
toen Jezus van de berg was afgedaald, volgde Hem een talrijke menigte, en zie,
daar kwam een melaatse tot Hem, die zich voor Hem neerwierp en zei: Heer, zo
Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.
En Jezus strekte de hand uit, raakte hem aan,
en sprak: Ik wil het; word gereinigd.
En terstond was hij van de melaatsheid gereinigd.
Dan zei Jezus tot hem: Zorg, dat gij het aan niemand zegt, maar ga u vertonen
aan de priester en de gave offeren, die Mozes heeft voorgeschreven; dan hebben
zij een bewijs.
Toen Hij nu in Capharnaum kwam, trad er een honderdman op Hem
toe met de bede: Heer, mijn dienstknecht ligt thuis verlamd en lijdt hevige
pijnen.
En Jezus zei tot hem: Ik zal komen om hem te genezen.
Doch de
honderdman antwoordde: Heer, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt;
maar spreek slechts een woord, dan zal mijn knecht genezen.
Immers ik sta zelf
ook onder gezag, maar ik heb weer soldaten onder mij; en tot de een zeg ik: Ga,
en hij gaat; en tot een ander: Kom, en hij komt; en tot mijn dienstknecht: Doe
dit, en hij doet het.
Toen Jezus dat hoorde, stond Hij verwonderd, en Hij zei
tot die Hem volgden: Voorwaar Ik zeg u: zo'n groot geloof heb Ik in Israël niet
gevonden.
Doch Ik zeg u, velen zullen er komen van Oost en West, en met
Abraham, Isaak en Jacob aanzitten in het rijk der hemelen; maar de kinderen van
het rijk zullen buiten geworpen worden in de duisternis; daar zal het zijn:
geween en geknars der tanden.
Dan sprak Jezus tot de honderdman: Ga heen, en u
geschiede overeenkomstig uw geloof.
En op hetzelfde uur werd de knecht weer
gezond.
|
|