Zestiende zondag na Pinksteren
Epistel
Efes. 3, 1321
Broeders, ik bid u,
dat gij niet de moed verliest om wille van de wederwaardigheden, die ik voor u
verduur; want dat is juist een eer voor u.
Daarom buig ik mijn knieën voor de
Vader van onze Heer Jezus Christus, aan Wie alle vaderschap in de hemel en op
aarde zijn naam ontleent: Moge Hij overeenkomstig de rijkdom van Zijn glorie u
geven: dat gij naar de inwendige mens krachtig wordt gesterkt door Zijn Geest,
en dat Christus woont in uw harten door het geloof; opdat gij, aldus geworteld
en bevestigd in de liefde, in staat zijt om met alle heiligen de breedte en de
lengte, de hoogte en de diepte te begrijpen, en de liefde van Christus te
kennen, die alle begrip te boven gaat, om aldus volmaakt te worden naar heel de
volheid Gods.
Aan Hem nu, Die bij machte is om door de kracht, die in ons
werkt, veel meer tot stand te brengen, dan wij kunnen vragen of begrijpen, aan
Hem zij de eer in de Kerk en in Christus Jezus tot in alle geslachten van de eeuwen
der eeuwen.
Amen.
Evangelie
Lc. 14, 111
In die tijd
kwam Jezus op een sabbat in het huis van een der voornaamste farizeeën, om de
maaltijd te gebruiken; en zij letten zeer scherp op Hem.
En zie, daar stond
voor Hem een man, die aan waterzucht leed.
En Jezus richtte Zich tot de
wetgeleerden en farizeeën met de vraag: Mag men op de sabbat iemand genezen of
niet?
Maar zij zwegen.
Dan legde Hij Zijn hand op hem, genas hem en liet hem
heengaan.
Maar tot de anderen sprak Hij: Wie van u zal niet zijn ezel of zijn
os, die in een put valt, terstond er uit halen, al is het een sabbatdag?
En zij
wisten niets daartegen in te brengen.
Ook hield Hij aan de gasten een
gelijkenis voor, omdat Hij bemerkte, hoe zij de eerste plaatsen uitzochten; en
Hij sprak tot hen: Als gij ter bruiloft wordt genodigd, neem dan niet de eerste
plaats in; want misschien is er iemand genodigd, die voornamer is dan gij; en
dan zou hij, die u en hem heeft uitgenodigd, u komen zeggen: Maak plaats voor
deze; dan zoudt gij met schaamte de laatste plaats moeten innemen.
Maar als gij
genodigd zijt, neem dan de laatste plaats; wanneer dan uw gastheer binnenkomt,
zal hij tot u zeggen: Vriend, ga hoger op!
Dat zal een eer voor u zijn in het
oog van al de disgenoten.
Want al wie zich verheft, zal vernederd, maar wie
zich vernedert, zal verheven worden.
|
|