Zesde zondag na Driekoningen
Epistel
1 Tes. 1, 210
Broeders, wij brengen
altijd dank aan God om uwentwil, en zonder ophouden blijven wij u indachtig in
ons gebed; want wij herinneren ons uw werken van geloof, uw arbeid en liefde en
uw volhardend vertrouwen op onze Heer Jezus Christus, voor het oog van God,
onze Vader.
Immers, broeders, van God bemind, wij weten, dat gij zijt
uitverkoren; want onze prediking is tot u gekomen, niet alleen met woorden,
maar ook met kracht en met Heilige Geest en met de volle overtuiging; gij weet
immers, hoe ons optreden bij u geweest is om uwentwil.
En gij zijt navolgers
geworden van ons en van de Heer; gij hebt de prediking aangenomen onder veel
verdrukking, maar met vreugde van de Heilige Geest; en zo zijt gij een
voorbeeld geworden voor alle gelovigen in Macedonië en Achaie.
Want van u uit
is het woord des Heren verder verbreid, niet alleen in Macedonië en in Achaie;
maar overal is uw geloof in God bekend geworden, zodat wij geen woord meer
daarover hoeven te spreken.
Zij zelf immers verhalen van ons, hoe wij bij u
hebben gewerkt, en hoe gij tot God zijt bekeerd van de afgoderij om voortaan de
levende en waarachtige God te dienen en zijn Zoon uit de hemel te verwachten,
Die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, Die ons heeft ontrukt aan de toorn,
die eens zal komen.
Evangelie
Mt. 13, 3135
In die tijd
hield Jezus de menigte de volgende gelijkenis voor: Het rijk der hemelen
gelijkt op een mosterdzaadje, dat iemand in zijn akker gaat zaaien.
Het is wel
het kleinste van alle zaden, maar als het is opgeschoten, is het groter dan
alle andere moeskruiden; en het wordt een boom, zodat de vogels des hemels in
zijn takken kunnen nestelen.
Nog een andere gelijkenis hield Hij hun voor: Het
rijk der hemelen gelijkt op zuurdeeg, dat door een vrouw wordt gebruikt en
vermengd wordt onder drie maten meel, totdat dit geheel is gegist.
Dit alles
sprak Jezus tot de scharen in gelijkenissen, en zonder deze sprak Hij niet tot
hen.
Zo werd vervuld, wat door de profeet voorzegd was: Ik zal Mijn mond openen
in gelijkenissen, en openbaren, wat verborgen was van de grondvesting van de
wereld af.
|
|