Tweede zondag na Driekoningen
Epistel
Rom. 12, 616
Broeders, de gaven
die wij bezitten, zijn verschillend overeenkomstig de genade, die ons is
geschonken. Is het de gave van de profetie, gebruik ze dan volgens de eisen van
het geloof; is het een of ander dienstwerk, geef u aan dat ambt; hebt gij te
onderrichten, wijd u aan het onderricht; moet gij prediken, leg u toe op de
prediking.
Wie de armen bedeelt, laat hij het doen in eenvoud; wie in de
overheid gesteld is, doe het met zorg; wie barmhartigheid beoefent, laat hij
dat doen met blijmoedigheid.
De liefde moet zijn zonder huichelarij.
Hebt een
afschuw van het kwade, en blijft gehecht aan het goede.
Bemint elkander met
broederlijke liefde.
Gij moet voorkomend zijn in hoogachting voor elkander.
Wilt in uw ijver niet verslappen; weest vurig van geest en dient de Heer.
Laat
de hoop u blijmoedig maken.
Gij moet geduldig zijn in lijden, blijft volharden
in het gebed.
Helpt de gelovigen in alle nood, en beoefent de gastvrijheid.
Zegent hen, die u kwaad doen; zegent hen, en vloekt hen niet.
Wilt blij zijn
met de blijden en wenen met hen, die wenen.
Blijft eensgezind onder elkander;
wilt niet streven naar wat groot schijnt, maar weest tevreden met het kleine.
Evangelie
Joh. 2, 111
In die tijd, werd er
te Kana in Galilea bruiloft gevierd; ook de Moeder van Jezus was daar
tegenwoordig; en Jezus werd met Zijn leerlingen eveneens op de bruiloft
genodigd.
Nu kwam er gebrek aan wijn, en de Moeder van Jezus zei Hem: "Zij
hebben geen wijn meer.
Jezus antwoordde haar: "Vrouw, wat wilt gij van Mij?
Mijn uur is nog niet gekomen.
Zijn Moeder zei dan tot de bedienden: "Doet
alles, wat Hij u zal zeggen.
Nu stonden daar vanwege de joodse
reinigingsgebruiken zes stenen kruiken, elk met een inhoud van twee of drie
metreten.
Jezus sprak tot hen: "Vult de kruiken met water.
En zij vulden ze
tot boven toe.
Dan zei Hij tot hen: "Schept er nu wat uit en brengt het naar de
hofmeester.
Dat deden zij.
De hofmeester proefde van het water, dat wijn was
geworden; en daar hij niet wist, waar deze vandaan kwam, - de bedienden, die
het water geschept hadden, wisten het wel riep hij terstond de bruidegom en
zei tot hem: "Iedereen begint met de goede wijn op te zetten, en wanneer er
goed gedronken is, komt men met een mindere soort; maar gij hebt de beste wijn
bewaard tot nu toe.
Zo deed Jezus Zijn eerste wonder te Kana in Galilea, en
openbaarde er Zijn heerlijkheid.
En Zijn leerlingen werden bevestigd in hun
geloof in Hem.
|
|