Ons hart laten spreken

Broeders en zusters in Christus,
Wetgeleerden wilden Christus op de proef stellen en stelden Hem de vraag: "Meester, wat moet ik doen, om eeuwig leven te verwerven?”
Jezus liet hen een Wet benoemen: "Gij zult de Heer, uw God, beminnen uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met al uw krachten en met geheel uw verstand en uw naaste beminnen als u zelf.”
Inderdaad, zegt Hij tegen de wetgeleerden: "Doe dat en gij zult leven.”
"Wie is mijn naaste? " vroeg toen een wetgeleerde aan Jezus.
Christus geeft dan een antwoord op de vraag naar de wet: de naaste beminnen als u zelf.
Hij geeft een antwoord van het hart.
Christus begint met het vertellen van een parabel over de barmhartige Samaritaan.
Over iemand die in handen van rovers viel en hem halfdood achterlieten.
Hoe voorbijgangers, een priester en een leviet, hem aan zijn lot overlieten.
Allen liepen met een grote boog om hem heen, behalve een Samaritaan. 
 

Afbeelding invoegen

Hij kreeg medelijden, verbond zijn wonden en bracht de man naar een veilig onderkomen, waar hij verzorging kreeg.
Als antwoord op de vraag: "Wie is mijn naaste?” draait Jezus de vraag om en antwoordt: "Wie van de drie lijkt u de naaste te zijn van de man die in de handen van de rovers viel?”
Wat wil Christus hiermee zeggen?
Hij wil hiermee zeggen dat niet wij het middelpunt moeten zijn, maar de ander!
We moeten gaan ontdekken wie onze naaste is.
Niet afwachten, maar de eerste stap zetten.
Wij worden als christen opgeroepen om er te zijn voor hen die onze hulp nodig hebben.
Voor de wetgeleerde moet de parabel van Christus een grote schok zijn geweest.
De priester en de leviet deden namelijk hun wettelijke plicht en hebben dan ook in de ogen van de wetgeleerde niet verkeerd gehandeld.
Want bij elke aanraking met vergoten bloed mogen ze zeven dagen lang geen heilige dienst in de tempel verrichten.
Voor Christus is dit geen nieuws, Hij overziet ook de gevolgen.
Maar tegelijkertijd verbreed Hij het zicht op het gebod van de liefde.
Namelijk, onszelf tot naaste maken van hen die in nood zijn.
In onze tijd is de wereld erg klein geworden, want wij weten binnen enkele seconden wat er elders in de wereld gebeurd.
Binnen enkele minuten worden wij geconfronteerd met beelden van rampen, geweld en misdaden die waar ook ter wereld plaatsvinden.
Maar het gebod van de liefde is grenzeloos!
Elk moment kunnen wij opgeroepen worden om een mens in nood te helpen.
Ik begrijp ook heel goed dat hulp aan de andere kant van de wereld niet zomaar gaat en wij de hulp dan moeten inroepen van verschillende organisaties, maar er zijn ook verschillende schrijnende gevallen in onze eigen omgeving.
Maar die ene zin van Christus telkens weer in praktijk brengen: "Ga heen, en doe gij ook zo! ” dat is belangrijk.
God beminnen uit geheel ons hart, met geheel onze ziel en met al onze krachten en met geheel ons verstand en onze naaste beminnen als ons zelf.
Ons hart laten spreken, barmhartigheid bewijzen, dat is wat Christus van ons vraagt.
Amen.
 
Hans Smits