Negende zondag na Pinksteren
Epistel
1 Kor. 10, 6-13
Broeders, laten wij
geen begeerten koesteren naar het kwade, zoals zij (de Israëlieten) dat hebben
gedaan. Wordt dus geen afgodendienaars, zoals sommigen van hen; er staat immers
geschreven: "Het volk zette zich neer om te eten en te drinken, en zij stonden
op om te spelen.
Laten wij ook geen onkuisheid bedrijven, zoals sommigen van
hen zich overgaven aan ontucht; en op één dag vielen er drieëntwintigduizend.
En
laten wij Christus niet tergen, zoals sommigen van hen dat hebben gedaan; en
zij kwamen om door de slangen.
En wilt ook niet morren, zoals sommigen van hen
dat deden; en zij kwamen om door de verderfengel.
Dit alles nu is hun overkomen
bij wijze van voorbeeld, en het werd opgeschreven als een waarschuwing voor
ons, die het einde der tijden beleven.
Daarom wie meent, dat hij staat, laat
hij toezien, dat hij niet valt.
Geen beproeving moge u aangrijpen, die niet
menselijk is; doch God is getrouw, en Hij zal niet toelaten, dat gij beproefd
wordt boven uw krachten; maar met de beproeving zal Hij ook uitkomst geven, om
ze te kunnen doorstaan.
Evangelie
Lc. 19, 41-47
In die tijd,
toen Jezus in de nabijheid van Jeruzalem kwam en de stad daar voor Zich zag liggen,
weende Hij over haar en sprak: Ach, mocht ook gij, tenminste op deze uwe dag,
nog inzien, wat u tot vrede strekt! Maar thans is dat voor uw ogen verborgen.
Want er zullen dagen over u komen, dat uw vijanden u met een stormwal zullen
omringen, u zullen omsingelen en van alle kanten in het nauw brengen; en zij
zullen u en uw kinderen binnen uw muren ter aarde neerslaan; en zij zullen bij
u geen steen op de ander laten, omdat gij uw tijd van genade niet hebt erkend.
En Hij ging de tempel binnen en begon de kopers en verkopers, die daar waren,
uit te drijven met de woorden: Er staat geschreven: "Mijn huis is een huis van
gebed; maar gij hebt er een rovershol van gemaakt!
En iedere dag gaf Hij
onderricht in de tempel.
|
|