Kathedralen …

 
Een kathedraal is de hoofdkerk van een bisdom, waar de diocesane bisschop de liturgie leidt.
Het is dus als het ware de kerk van de plaatselijke bisschop.
Interessant om te weten is dat de naam "kathedraal” van het Griekse ‘kathedra’ (latijn: ‘cathedra’) komt, hetgeen troon of verhoogde stoel betekent.
In de vroeg-kerkelijke literatuur werd de stoel aangezien als symbool voor autoriteit.
Christus zelf sprak over de "zetel van Moses” (Mt. 23:2).
De kommentaren van de kerkvaders, alsook het feit dat de Kerk van oudsher twee feesten heeft die St. Petrus’ Stoel (18 jan. en 22 feb.) herdenken, illustreren de oeroude christelijke traditie om de stoel te identificeren met het bisschoppelijke gezag.
Vandaar dat elke kathedraal een bisschoppelijke stoel heeft, die enkel de diocesane bisschop mag gebruiken.

Geen enkele andere hoogwaardigheidsbekleder, zoals bv. een kardinaal of een diocesane hulpbisschop, heeft het recht om plaats te nemen op de bisschoppelijke stoel.
De uitzondering op de regel is uiteraard de Paus, aangezien hij universele jurisdictie heeft.
De identificatie van de stoel met het bisschoppelijke gezag verklaart uiteraard ook waarom naar het Vaticaan verwezen wordt als de ‘Heilige Stoel’.