Heilige MARTINUS I*

 

Heilige MARTINUS I , paus en martelaar:
"Verheugt u, als ge deel hebt aan het lijden van Christus".
 
Sterfdag: 655.
Graf: te Rome in de kerk van de heilige Silvester en Martinus.
Leven: Martinus I was paus van 649-655.
Hij was een man, uitmuntend door deugd en wetenschap; hij was door de Voorzienigheid bestemd om martelaar te worden van het leerstuk, dat in CHRISTUS een tweevoudige wil is, een goddelijke en een menselijke tegen de door Constantinopel begunstigde leer van de monotheleten (van één wil in Christus). Onmiddellijk na zijn troonsbestijging riep hij een synode in het Lateraan bijeen, die de orthodoxe leer uitvoerig vaststelde en de tegenovergestelde dwaling verwierp.
 

Afbeelding invoegen

Maar keizer Constans II steunde de monotheletische patriarch van Constantinopel en gaf aan een exarch Olympius opdracht de paus te doden.
Deze beval een lictor de paus onder het H. Misoffer in de kerk van de heilige Maria bij de Kribbe te doden.
Deze lictor kon de opdracht echter niet volvoeren, want hij werd plotseling met blindheid geslagen.
Ook keizer Constans troffen van die tijd af vele ongelukken, die hem echter niet tot bezinning brachten.
Hij zond hierop de exarch Theodorus Calliopas naar Rome en beval hem de paus gevangen te nemen; dit gelukte hem door list.
De paus werd naar Constantinopel gevoerd; daar begon voor hem de tijd van een langzaam martelaarschap.
Eerst werd de paus in zijn bed op het schip liggend, een gehele dag aan de spot van het gepeupel prijsgegeven.
Daarna smachtte hij 93 dagen in de gevangenis.
Voor een rechtbank gebracht, werd hij veroordeeld, van zijn bisschoppelijke kleren beroofd en in ketenen gelegd.
Eindelijk werd hij naar Chersonese in ballingschap gebracht; daar stierf hij aan ontberingen.
In twee brieven, die hij voor zijn dood schreef, schilderde hij op aangrijpende wijze zijn troosteloze verlatenheid.
Toepassing: De Paus heeft als opperhoofd van de Kerk het ongeloof veroordeeld en zich daardoor de wraak van de keizer op de hals gehaald.
Hij week geen voetbreed af van de rechte weg, ofschoon hij smaad, gevangenschap, verbanning en dood moest ondergaan.
Dat is een voorbeeld van trouw aan de roeping.
Ook wij kunnen in het geringe martelaar van onze roeping zijn.