Heilige EDUARD, Koning en Belijder*

 
Sterfdag 5 januari 1066.
Op deze datum in het jaar 1163 werd zijn lichaam overgebracht.
Graf: in London in de St.Pieterskerk.
Leven: De heilige EDUARD de laatste koning van de angelsaxen, was de kleinzoon van de koningmartelaar Eduard.
Zijn jeugd bracht als balling bij zijn oom, de hertog van de Noormannen, ondanks de zondige omgeving, in onschuld door.
Tot de troon van Engeland geroepen (1043) trachtte hij het ideaal van een christelijk heerser bij de Genade Gods te verwezenlijken.
Zijn eerste zorg ging er naar uit om in zijn volk de godsdienst opnieuw te bevestigen, priesters in het land te roepen en verwoestte kerken weer op te bouwen.
Op aandrang van de groten van zijn rijk, huwde hij, maar bewaarde in het huwelijk voortdurende maagdelijkheid.
Zijn lievelingsheilige was de Heilige Johannes, de Evangelist.
Hij was gewoon niemand iets te weigeren, die hem in diens naam iets vroeg.
 

Afbeelding invoegen

Zo gaf hij eens aan deze Heilige, die hem in de gedaante van een bedelaar verscheen en hem in zijn naam een aalmoes vroeg, zijn ring van de vinger, daar hij geen geld bij zich had.
Korte tijd daarna zond de heilige Johannes deze ring terug met de boodschap van zijn dicht op handen zijnde dood.
De Koning lied daarop openlijk gebeden voor zich uitschrijven en ontsliep zacht in de Heer op de door de Evangelist aangeduide dag 5 januari1066.
Gedachten bij het feest:
a. Hoe beminde deze Koning de reinheid en de onschuld!
Zijn lievelingsheilige Johannes was de maagdelijke leerling van de Heer.
In zijn huwelijk bleef hij maagd.
Zijn lichaam bleef volkomen onverlet.
De zuivere mensen leiden reeds hier een hemels leven.
b. Wij merken op, dat de Liturgie bijzonder op de Koninklijke waardigheid de nadruk legt; in de oude tijd gold het koningsambt als aandeel in de goddelijke verhevenheid.
Daarom stelt de oudchristelijke kunst de koningen met de nimbus der heiligen voor.
Zo droegen Justinianus en Theodora in sint Vitalis te Ravenna en zelfs Herodes op de mozaïeken van SixtusIII in Maria Maggiore te Rome de Nimbus.