Geloof is een groot goed!

Broeders en zusters,
Geloof is een groot goed!
We zien vandaag in het evangelie de hofbeamte die Jezus om hulp komt vragen en werd verhoord.
Hij werd genezen omdat zijn vader geloofde.
Niet alleen hijzelf maar het hele huisgezin nam het geloof aan.
Heel veel mensen vragen zich af waarom God als eerste en belangrijkste voorwaarde het geloof stelt.
Ze vinden geloven onredelijk.
Maar juist de mens is vaak onredelijk, God is dat nooit!
De mens is groot, maar God is groter.
De is groot omdat hij telkens weer iets nieuws in het leven ontdekt.
Zolang de mens zich op aarde beweegt, is hij zoekende.
Telkens weer iets nieuws ontdekken, berekenen, en beheersen.
Telkens weer worden er geheimen ontdekt in land, zee en lucht.
De mens ontdekt vele dingen die voor het menselijk verstand zijn weggelegd, waarmee hij kan ontwerpen, uitdenken en ontdekken, hierdoor kan leven en overleven.
Hij heerst zelfs over leven en dood, het lijkt of niets meer in de weg staat.
En het gaat maar door, maar wanneer is het einde in zicht?
Misschien is de laatste ontdekking wel het einde der wereld.
Maar hoe de mens ook zijn best doet, God is groter en is Koning over de mensen.
Alles is onderworpen aan de mens, maar de mens is onderworpen aan God.
Dan is het passend dat de mens buigt voor Hem die boven hen staat.
Hulde past ons te brengen aan onze Schepper.
Hoe moeten wij Hem dan hulde brengen?
Door, zoals de hofbeamte, op de knieën te vallen en te zeggen: Credo-ik geloof!
Geen gemakkelijke opgave, want we willen vaak eerst iets zien voor we er geloof aan hechten.
Christus wil ons laten inzien dat Gods handelen heel anders is dan dat van ons mensen.
Hij heeft alleen maar het goede met ons voor. 
 

Afbeelding invoegen

Bij de mensen speelt vaak egoïsme en jaloezie de boventoon en zal dit vaak gebruiken tegen de ander die het goede wil doen.
Christus heeft ook alleen maar het goede met ons, mensen, voor.
Daarom moest ook Hij veel lijden en zelfs sterven aan het kruis om dat grote goed van het geloof in de eeuwige heerlijkheid, voor ons allen toegankelijk te maken.
Medegelovigen, wanneer wij de woorden en de daden van Christus aannemen, zoals de hofbeamte dat deed, dan kunnen wij met de psalmist van psalm 40 zeggen: " Met groot vertrouwen heb ik op de Heer gehoopt, Hij heeft zich tot mij neergebogen, mijn geroep verhoord.
Hij legde in mijn mond een nieuw gezang, een lied voor onze God, en velen zullen zien en vrezen en vertrouwen op de Heer.”
Amen.
 
Hans Smits