Effeta, ga open

 
Broeders en zusters in Christus,
"Alles heeft Hij wel gedaan; doven heeft Hij doen horen en stommen heeft Hij doen spreken” ( Marcus 7: 37)
De evangelist Marcus wil aan ons verkondigen: Christus is de Redder, Hij brengt het Rijk Gods!
Hij vertelt ons dat Jezus vertrekt uit de streek van Tyrus en over Sidon naar de tien steden van de heidenen gaat.
Daar brengt men iemand bij Hem die doofstom is, met het verzoek hem de handen op te leggen.
Dan gebeurd er iets merkwaardigs, Christus neemt de man uit de menigte ter zijde.
Hij doet dit niet in het bijzijn van de vele aanwezigen, maar doet in stilte een wonder.
Hij zoekt geen sensatie, Hij verbied zelfs de man om het aan iemand te vertellen.
Christus wil niet de populaire man uithangen, die alleen gedreven is door de sensatiezucht van de mensen.
Maar dit werd Hem niet altijd in dank afgenomen en ook Zijn uitspraken over Zijn zending; dat Hij door Zijn Vader gezonden is, zint de mensen niet altijd.
En ook bij Christus trokken velen zich terug en verlieten Zijn gezelschap, omdat Hij vaak met hele duidelijke bewoording vertelde wie Hij was.
De wonderen die Hij doet laten zien dat Gods Koninkrijk nabij is gekomen, en om de betekenis er van te verstaan is bekering nodig.
Ze willen namelijk een uitdrukking zijn van Gods nabijheid en tegelijk een herstel van de verbondenheid tussen God en de mens.
 

Afbeelding invoegen

Doordat Hij zijn vingers in de oren van de doofstomme man steekt en zijn tong aanraakt met speeksel, komen deze twee zintuigen in aanraking met God!
Hierdoor zijn ze weer in staat om naar God te luisteren en Hem te belijden.
De mens van nu kan zo’n beetje alles ontleden wat er bestaat, en toch kan hij blind zijn.
Het beeld dat mensen van Gods Zoon hebben kan vaak door allerlei oorzaken vervormd zijn, waardoor zij een hele andere Christus voor ogen hebben dan die Hij in werkelijkheid is.
Voor Gods aanwezigheid en nabijheid, blijven veel mensen stekeblind.
Komt het, omdat men zich te veel richt op heel veel dingen die voorbij gaan?
Komt het, omdat men in noodsituaties en ellende, God echt nodig heeft en Hij juist dan ver weg lijkt?
Leed en onrecht blijven bestaan, honger en armoede komen nog steeds voor en geweld en moord hebben de wereld in hun greep.
Maar door goed naar Jezus woorden te luisteren en steeds weer te overwegen, zullen we ontdekken dat Hij de wil van Zijn Vader moest volbrengen.
Dat Zijn leven uiteindelijk een kruisdragende liefde is en dat Hij niet alles goed vindt, wat wij wel of niet doen.
Christus kan zelfs soms meer van ons verwachten dan wij eigenlijk gedacht hadden en we onze weg met Hem tot einde toe volgen.
Iets wat niet ieder mens zal accepteren en hierdoor zijn eigen weg zoekt naar geluk.
Zijn geluk dan zoekt in bezit, door vele relaties en blijven gaan naar de tempel der afgoden.
Daarbij vallen ook vele slachtoffers, mensen die te lijden hebben van dat zoeken en streven naar.
Zij voelen vaak hun hart aangevreten door verdriet omdat zij slachtoffer zijn geworden, door onrecht dat hen wordt aangedaan, door miskenning en ondankbaarheid.
De veroorzakers zijn doof en blind en staan niet beschaamd over zichzelf; hun geweten knaagt niet.
Zodat ze niet in het reine zijn met God of hun medemens.
Ze gaan met de botte bijl te werk als het gaat om machtsmisbruik en eigen eer.
Dat zijn nog steeds die doofstommen die bij Christus moeten worden gebracht, om door Hem genezen te worden, waar tegen Hij zegt: "Effeta, ga open”, kom opnieuw tot geloof!
Want ons geloof, broeders en zusters, zal immers blijken uit het feit of we ons niet schuldig maken aan partijdigheid en vleierij of aan een kwaadaardige discriminatie, aan machtsmisbruik en egoïsme.
Dit is een groot gevaar voor allen die niet of nauwelijks putten uit de rijkdom van het geloof.
Ja, we kunnen maar al te goed waarnemen hoe oppervlakkig het geestelijk leven van de christenen in onze westerse samenleving.
Kortom voor velen: pijn in het hart, omdat vele gelovigen zich geestelijk eenzaam voelen, doordat zij het eeuwen oude geloof niet of nauwelijks kunnen delen!
Maar laten wij moed houden en gesterkt door de Heilige Communie, kunnen wij onze weg gaan volgens Gods bedoelingen.
Christus als de verrezen Heer, Gods Zoon, is ons zo het meest nabij!
We kunnen heel persoonlijk met Hem omgaan en Hem alles voorleggen.
En wordt het soms moeilijk in het leven, laten we dan niet gaan morren over Hem en onze eigen weg zoeken, maar ons vol overgave geven aan Hem, die het levende Brood is dat uit de hemel is neergedaald.
Hij is degene die ons steeds weer, als wij naar Hem luisteren, de oren en ogen opent.
Die ons aanzet om bemoediging en troost te brengen en aan een ieder te verkondigen: dat Christus uitzicht geeft op de toekomst.
Amen.
 
Hans Smits