Drieëntwintigste zondag na Pinksteren
Epistel
Fil. 3, 1721; 4, 13
Broeders, wees
navolgers van mij, en ziet naar degenen, die leven naar het voorbeeld, dat gij
van ons ontvangen hebt.
Want velen zijn er, van wie ik u dikwijl heb gezegd en
nu onder tranen weer herhaal, dat zij een leven leiden als vijanden van
Christus kruis; hun einde is verderf, want hun buik is hun god en hun eer
zoeken zij in hun schande en hun zinnen zijn gericht op het aardse.
Onze
levenswandel echter is gericht op de hemel, want vandaar ook verwachten wij als
Zaligmaker onze Heer Jezus Christus, die ons nietig lichaam zal omvormen en
gelijk maken aan zijn verheerlijkt lichaam krachtens de macht, die hij bezit,
om ook al het andere aan zich te onderwerpen.
Derhalve, mijn welbeminde en
veelgeliefde broeders, mijn vreugde en mijn kroon, blijft aldus standhouden in
de Heer, mijn welbeminden.
Ik bid Evodia en smeek Syntyche toch eensgezind te
zijn in de Heer.
Ja, ook u bid ik, trouwe medewerker, wees voor haar een steun,
omdat zij met mij hebben samengewerkt voor het Evangelie te samen met Clemens
en mijn andere medewerkers, wier namen staan opgetekend in het boek des levens.
Evangelie
Mt. 9, 1826
In die tijd was
Jezus bezig te spreken tot de scharen, toen er een zekere overste tot Hem kwam,
voor Hem neerviel en zeide: "Heer, zo juist is mijn dochter gestorven; maar
kom, en leg haar de hand op; dan zal zij weer leven.
En Jezus stond op en ging
mee; en ook zijn leerlingen.
En zie een vrouw, die reeds twaalf jaar lang aan
bloedvloeiing leed, naderde Hem van achteren en raakte de zoom van zijn kleed aan;
want zij dacht bij zich zelf: Als ik slechts zijn kleed aanraak, zal ik
genezen!
Maar Jezus keerde Zich om; en toen Hij haar bemerkte, zeide Hij: "Heb
goede moed, mijn dochter, uw geloof heeft u gered!
En van dat ogenblik af was
de vrouw genezen.
Toen Jezus bij het huis van de overste kwam en fluitspelers
en de weeklagende menigte zag, sprak Hij: "Gaat heen; want het meisje is niet
dood, maar slaapt.
En zij lachten Hem uit.
Nadat men nu de menigte verwijderd
had, ging Hij naar binnen en nam haar bij de hand; en het meisje richtte zich
weer op.
En de faam hiervan verspreidde zich door geheel het land.
|
|