De heilige Kerstnacht
Epistel
Titus 2, 11-15
Veelgeliefde, de
genade van God, onze Zaligmaker, is verschenen, aan alle mensen; zij leert ons,
dat wij de goddeloosheid en wereldse verlangens moeten verzaken, en zedig en
rechtschapen en godvruchtig moeten leven in deze wereld, terwijl wij met
verlangen uitzien naar de zaligheid, die wij verwachten bij het glorievol
verschijnen van onze grote God en Zaligmaker Jezus Christus.
Deze immers heeft
zich voor ons gegeven, om ons van alle ongerechtigheden vrij te kopen, en ons
te reinigen tot een volk, dat Hem welgevallig is, vol ijver voor goede werken.
Over deze dingen moet gij spreken, en zo moet gij vermanen in Christus Jezus,
onze Heer.
Evangelie
Lc. 2, 1-14
In die dagen
vaardigde keizer Augustus een decreet uit dat de hele wereld zich moest laten
registreren. Deze eerste registratie vond plaats toen Quirinius gouverneur van
Syrië was.
Allen gingen op weg om zich te laten inschrijven, ieder in zijn
eigen stad.
Zo ook Jozef; hij ging van de stad Nazareth in Galilea naar Judea,
naar de stad van David, Bethlehem genaamd, omdat hij uit het huis van David
stamde, om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die
zwanger was.
Terwijl ze daar waren kwam voor haar de tijd dat ze moest bevallen,
en ze baarde een zoon, haar eerstgeborene; ze wikkelde Hem in doeken en legde
Hem in een voerbak, omdat er geen plaats voor hen was in het gastenverblijf.
Er
waren daar in de buurt herders, die in het veld overnachtten om de wacht te
houden bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en de
heerlijkheid van de Heer omstraalde hen.
Ze schrokken hevig.
Maar de engel zei:
‘Schrik niet, want ik heb een goede boodschap voor u, een grote vreugde voor
het hele volk.
Vandaag is in de stad van David uw redder geboren; Hij is de
Messias, de Heer.
Dit is het teken voor u: u zult een kind vinden dat in doeken
is gewikkeld en in een voerbak ligt.’
Plotseling was er bij de engel een heel
leger uit de hemel; ze loofden God met de woorden: ‘Glorie aan God in de
hoogste hemel, en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij een welgevallen
heeft.’
|