de akker van onze ziel

 
Broeders en zusters in Christus,
In het evangelie van deze zondag lezen we de gelijkenis van de zaaier.
Een gelijkenis die Christus verteld aan een talrijke menigte, die vanuit de steden naar Hem toestroomde.
"Een zaaier ging uit, om zijn zaad te zaaien.”
Er wordt door de evangelist Lucas meer dan ooit de nadruk gelegd op het daadwerkelijke doen van datgene wat wij denken en geloven, geloven en het in praktijk brengen horen bij elkaar!
We zien twee elementen: het zaad en de aarde.
Het zaad is het Woord Gods en dit Woord heeft een hele gevaarlijke vijand, de duivel!
De aarde, de grond, is de plek waar het zaad gezaaid wordt.
Deze grond zijn zij, die naar Gods Woord luisteren.
Maar hoe reageren zij op het Woord?
Het reageren ofwel het opnemen van Gods Woord wordt vergeleken met de weg, de rots, de grond met distels, het onkruid en natuurlijk de goede en vruchtbare grond waar het Woord kan uitgroeien.
Dan hebben we nog een hele belangrijke persoon en dat is de zaaier, met de Zaaier wordt natuurlijk God bedoeld.
Hij is het, die Zijn Woord zaait op de akkers van onze zielen.
Daarover gaat deze parabel, ja, hij gaat over ons.
Wij krijgen het zaad van het Woord, soms onverdiend en ongevraagd, zonder iets ervoor te moeten betalen.
Het is een groot geschenk, de vriendschap, de liefde, het leven en het geestelijke dat wij van God ontvangen.
Wij krijgen Zijn liefde, Zijn HH. Sacramenten, Zijn genade en ten slotte het Eeuwig Leven.
De parabel wil ons vertellen dat we open moeten staan om het Woord Gods te ontvangen.
Het wordt gezaaid op de vruchtbare grond van onze ziel.
Maar daar zal óók de duivel onkruid zaaien en dat zal opgeruimd moeten worden, uitgeroeid.
 

Afbeelding invoegen

We moeten er aan werken om de geestelijke en morele distels van het kwaad en de zonde uit de weg te ruimen.
We zullen ons telkens weer moeten wapenen voor negatieve invloeden van buitenaf.
Ja, moeten sterk staan om niet alles zomaar voor goed aan te nemen, ook als het onze oren en ogen streelt en het de eenheid lijkt te bevorderen, maar onderzoeken of deze geesten wel van God komen.
We zullen de geesten moeten gaan onderscheiden, ook geesten die door kerkleiders tot ons spreken en onkruid proberen te zaaien op de vruchtbare grond van onze ziel.
Dit zal ons heel veel inspanning kosten, hiervoor moeten wij moeite doen.
We zullen sterk moet zijn en hard werken om onze innerlijke verbondenheid met God, het verborgen groeien van ons geestelijk leven te laten groeien, zodat het ontelbare vruchten voortbrengt in onze zielen, gezaaid door de Zaaier, God zelf.
Laten wij Gods Woord vorm geven in, ermee werken, openstaan voor Hem die het allemaal tot stand brengt.
Want we kunnen het ook heel snel weer opgeven en dan valt het zaad op platgelopen grond, op onvruchtbare grond langs de weg en op rotsgrond, waar het ten prooi valt aan de vogels die het oppikken.
Als het Woord Gods tot ons komt, wil het in een vruchtbare akker geborgen worden en niet langs de weg blijven liggen.
Broeders en zusters, laten wij zorgen dat we vruchtbare grond zijn, zodat Gods Woord kan ontkiemen, uitgroeien en vrucht kan dragen.
Vragen wij God, dat wij telkens weer de moed vinden om de kiem- en groeikracht over te laten aan Hem, aan het mysterie van Zijn scheppende liefde. Amen.
 
Hans Smits