Achtste zondag na Pinksteren
Epistel
Rom. 8, 12-17
Broeders, wij hebben
wel verplichtingen, maar niet tegenover het vlees, dat wij naar het vlees
zouden moeten leven, want als gij leeft naar het vlees, zult gij zeker sterven;
maar als gij door de geest de werken van het vlees doet sterven, dan zult gij
leven.
Want allen, die door de Geest van God worden gedreven, dat zijn kinderen
van God.
Immers, gij hebt geen slavengeest ontvangen, om weer te leven in
vrees; maar gij hebt een geest ontvangen, waardoor wij tot kinderen zijn
aangenomen en roepen: Abba (Vader).
Immers de Geest Zelf getuigt aan onze
geest, dat wij kinderen van zijn van God.
Maar zijn wij kinderen, dan ook
erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus.
Evangelie
Lc. 16, 1-9
In die tijd hield
Jezus Zijn leerlingen de volgende gelijkenis voor: Er was eens een rijk man,
die een rentmeester had; en deze werd bij hem aangeklaagd, dat hij zijn
goederen verkwistte.
En hij liet hem
roepen en zei tot hem: Wat hoor ik daar van u?
Gij hebt verantwoording te doen
van uw beheer; want gij kunt niet langer rentmeester blijven.
Toen dacht de
rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik beginnen, nu mijn meester mij het
rentmeesterschap afneemt?
Spitten kan ik niet, en bedelen, daarvoor schaam ik
mij!
- Maar ik weet al, wat ik zal doen, opdat zij mij in huis zullen opnemen,
wanneer ik als rentmeester ben afgezet.
Hij liet dan de schuldenaars van zijn
heer een voor een bij zich komen.
En hij vroeg aan de eerste: hoeveel zijt gij
aan mijn heer schuldig?
En deze antwoordde: honderd vat olie.
En hij sprak tot
hem: Hier, neem uw schuldbekentenis, ga gauw zitten, en maak er vijftig van.
Vervolgens vroeg hij aan een ander: En gij, hoeveel zijt gij schuldig?
En deze
antwoordde: honderd mud tarwe.
En hij sprak tot hem: Hier, neem uw
schuldbekentenis, en maak er tachtig van.
En de eigenaar prees in de
onrechtvaardige rentmeester, dat hij met overleg te werk was gegaan.
Want
inderdaad, de kinderen van deze wereld gaan onder elkander met meer overleg te
werk dan de kinderen van het licht.
Ook Ik zeg tot u: Maakt u vrienden door
middel van de mammon, zo vol ongerechtigheid, opdat zij u bij uw sterven
opnemen in de eeuwige woontenten.
|
|