4de zondag na Pinksteren.

 
Vandaag vieren we de eerste zondag na Pinksteren in de groene liturgische kleur.
God is de goede gastheer, die ons uitnodigt tot het gastmaal van het Godsrijk.
Hij is de goede herder, die het verloren schaap nagaat.
Hij is de goede visser, die de vissen in het net van het schip van de kerk bijeen bengt.
Vandaag wordt ons misschien voor het eerst duidelijk, dat de zondagen na Pinksteren door twee stemmingen worden beheerst: naar het biddend verlangen naar de verlossing en tegelijkertijd door het blijde bewustzijn van de verlossing.
Dat zijn de twee vleugels, draagvlakken van het vliegtuig van onze ziel.
Geen daarvan mag ontbreken.
Wij moeten van de ene kant vrezen en bidden, verlangen en lijden; van de andere kant moeten wij het bewustzijn in ons dragen, dat wij de genade bezitten, en dus dankbaar moeten zijn en ons verheugen. Dat is het christen-zijn van elk dag en dat is ook het belangrijkste van de zondagen na Pinksteren.
Als we nu een enkel beeld voor deze dubbele stemming zoeken, dan vinden we dat misschien in het Evangelie.
Petrus spreekt dat uit in zijn woorden tot de Heer: "Meester, de hele nacht hebben we gewerkt en niets gevangen; maar toch werp ik op Uw woord de netten uit.
En zij vingen zoveel vis, dat hun net ervan scheurde.
Hier zien we de twee tegenstellingen: teleurstelling en vreugde .
Twee beelden uit ons leven zullen dit duidelijk maken.
We hebben zware jaren achter ons liggen.
Zeven of acht jaren van zwoegen en weinig of niets gevangen.
 

Afbeelding invoegen

Zeker, de Moederkerk is blijven bestaan; maar we konden klagen: Meester, we hebben ons de hele nacht, van vervolging en tegenslag afgetobd en maar weinig of niets gevangen.
Hoe treurig is het gesteld met de jeugd, die geen religieuze opvoeding meer krijgt in het gezin, waar de geloofszin totaal verdwenen is.
De concilie Kerk verkondigt een nieuw evangelie van "Dialoog" en zegt dat iedereen voor zichzelf kan uitmaken welke weg hij kan volgen om zalig te worden en in de hemel te komen.
Geloof in Jezus Christus is niet nodig, dus ook het doopsel niet.
Maar Jezus Christus heeft wel nadrukkelijk gezegd en geleerd dat iedereen gedoopt moet worden in de naam van de Vader en de Zoon en de H. Geest.
De verkondiging van de nieuwe leer laat een grote leegte na.
Waar zijn de ware herders?.
Wie zou hebben kunnen vermoeden dat na twee duizend jaar Christendom, waarin het heidendom plaats maakte en verdween door de prediking van het Evangelie, dat we nu de triomfantelijke terugkeer zien van dat heidendom, waarzeggerij, satanisme enz.
Wie had dat ooit voor mogelijke gehouden?
De Apostel Paulus waarschuwt ons, wat de Kerk altijd gedaan heeft in het verleden: "Neen, maar wat ze offeren, offeren ze aan duivels, niet aan GOD.
Ik wil niet dat gij in gemeenschap staat met duivels.
Gij kunt de Kelk des Heren niet drinken en de kelk der duivels.
Gij kunt geen deel hebben aan de tafel des Heren en aan de tafel der duivels."(1Cor.10,20)
In vroegere tijden was de Katholieke Kerk een bastion tegen de aanvallen van het heidendom, ketterijen en ongeloof.
Laten we als kleine rest van de Moederkerk pal staan voor de waarheid van het Katholieke Geloof en trouw blijven aan het H.Misoffer dat de bron is van alle genade voor een zalig en heilig leven.
AMEN!
 
H. Havee