294. Wie behouden onrechtvaardig het goed van de naaste?
Diegenen behouden onrechtvaardig het goed van de naaste, die hun schulden niet betalen, die niet teruggeven hetgeen zij genomen hebben of hetgeen hun werd toevertrouwd. |
|
Diegenen behouden onrechtvaardig het goed van de naaste, die hun schulden niet betalen, die niet teruggeven hetgeen zij genomen hebben of hetgeen hun werd toevertrouwd. |
|