Offeren

 
Broeders en zusters in Christus,
Altijd hebben mensen het gezicht naar de Schepper en het Doel van hun bestaan gericht.
Heel diep in de menselijke natuur zit deze drang om te zoeken naar God, de drang naar godsdienst.
Om deze God te eren en tot Hem te bidden.
De hoogste uiting van deze godsdienstigheid is het offer.
Men neemt daarvoor stoffelijke dingen en onttrekt deze aan het gewone gebruik en wijdt ze aan God toe.
Dat is ook de kern van het offer, het aan God toewijden.
De offergaven zijn dan niet langer gewone dingen, maar zijn geheiligd!
Ze horen dan thuis in de Goddelijke wereld!
We willen hierbij uitdrukken dat wij willen leven zoals Hij dat van ons verlangt.
Door dit wegschenken van iets dat ons dierbaar is, kan ons dit soms zwaar vallen en kan het pijnlijk zijn, maar toch doen we onszelf niets tekort.
Iets aan God geven is het leven vinden, omdat de mens alleen vanuit God zijn leven kan opbouwen. Want als wij ons leven weer moeten afstaan is God ons einddoel en ons eeuwig geluk.
Zo heeft ook Christus, in het Sacrament van de Eucharistie aan Zijn Kerk een offer nagelaten, zoals de menselijke natuur dat eiste, zegt het concilie van Trente.
In de H.Mis wordt telkens weer dit offer voltrokken.
 


De offergaven van brood en wijn worden aangeboden aan God: "Suscipiat Dominus sacrificium de manibus tuis ad laudem et gloriam nominis sui, ad utilitatem quoque nostram, totiusque Ecclesiae suae sanctae”, Moge de Heer het offer uit uw handen aanvaarden, tot lof en eer van zijn naam, alsmede tot voordeel van ons en van geheel zijn heilige Kerk.
Deze gaven van brood en wijn worden in de consecratie veranderd in het Offerlichaam en het Offerbloed van Christus.
Zo mogen wij, die deelnemen aan het H.Misoffer, door geest en hart te verheffen, ons verenigen met de priester, die het Goddelijk Offer op het altaar opdraagt.
Dit offer werd eens voltrokken op de berg Calvarië.
In de lezingen komen vandaag twee andere bergen voor, ook beiden plaatsen van een Goddelijke Openbaring.
Op de eerste berg zien we Abraham, die de opdracht krijgt zijn zoon te offeren en waarbij God op het laatste moment ingrijpt omdat Hij overtuigd is van Abrahams geloof.
Abraham moest als het ware zijn geloof bewijzen.
Bewijzen dat je iemand zo bemint dat het dierbaarste daarvoor wilt offeren.
Het grootste voorbeeld zien we als God zijn eigen Zoon de berg laat bestijgen, Jezus Christus die door de farizeeën en hogepriesters wordt verworpen en tot de kruisdood veroordeeld.
God is bereid het liefste, het dierbaarste, dat Hij heeft voor ons te offeren om ons te bewijzen dat Hij ons liefheeft.
Boven op de Calvarieberg laat Hij zijn Zoon aan het kruis slaan en niemand die dit tegenhoudt.
De tweede berg is de Thabor.
Samen met Jezus gaan de apostelen deze berg op en mogen daar een ogenblik een kijkje in de hemel nemen en de verdiensten zien van de toekomstige dood en verrijzenis van hun Heer.
Het was voor de apostelen een overweldigende ervaring en wilden niets liever dan op die plaats blijven.
"Laten wij hier drie tenten bouwen”, zegt Petrus.
Ze wilden niet meer terug en de hemelse gelukzaligheid deed hen alles vergeten.
Maar zij beseffen nog niet dat er maar één weg is die naar de heerlijkheid voert: de weg van Abraham en de weg die hun Meester later zelf zal gaan.
Uit liefde tot God bereid zijn alles uit handen te geven, zelfs je eigen leven!
"Wie zijn leven wint zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest zal het winnen”.
Dat gold voor de apostelen en dat geldt ook voor ons.
We worden uitgenodigd de weg van geloof en vertrouwen te gaan.
We mogen in deze vastentijd offers brengen en God laten zien dat we Hem echt liefhebben en bereid zijn onszelf daarvoor weg te cijferen.
We hebben de gelegenheid om de berg op te gaan en onszelf te kruisigen en dan mogen wij delen in het Thabormoment.
Medegelovigen, laten wij deze weg gaan, zo kan God ons omvormen tot ware getuigen van Zijn goedheid en liefde.
Hij wil alle mensen redden!
Overwegen wij in deze vastentijd Zijn wondere daden, het offer dat Hij voor ons bracht aan het kruis en laten wij ook het kruis omarmen om zo met Pasen werkelijk te kunnen verrijzen.
Amen.

Hans Smits