16 de zondag na Pinksteren

 
"Jezus de geneesheer van de zieke mensenziel.”
 
Vraagt u mij nu: wat zijn de herfstgedachten op de zondag van vandaag, dan zou ik zeggen:
Een gedrukte stemming vanwege de aardse wederwaardigheden.
Het korten van de dagen; het steeds toenemende duister; de herfstnevels en de herfststormen zijn symbolen van de rampen, die aan het eind van de tijd en ook aan dat van ons leven vooraf gaan.
En nu ook staat de wereld voor een zeer ernstige en zware strijd tegen een meedogenloze vijand van ongekende kracht.
Je zou kunnen zeggen dat de machten van de hel zijn losgebarsten in zinloos en redeloos geweld. Iemand zei onlangs: Dit is de vijfde kruistocht.
Terecht!
Het mag niet gezegd worden.
Maar wie de geschiedenis kent zal tot de bevinding komen dat wat we nu meemaken vele malen erger is en een bedreiging voor het christendom en ons naar de afgrond brengt.
Vanaf de twaalfde eeuw heeft Europa zich moeten verdedigen tegen de Islam en haar veroveringen. Zonder de Kruistochten zou heel Europa al helemaal geïslamiseerd zijn geweest.
Wat een offers dat geëist heeft in mensenlevens en lijden en ellende is met geen pen te beschrijven. Terecht kunnen wij nu bidden: "Ontferm u over ons, o Heer, want wij roepen tot U de ganse dag;
Want Gij, o Heer, zijt goed en barmhartig;
Rijk aan Genade voor allen die U aanroepen.
Luister toch naar mij, Heer, en wil mij verhoren, want ik ben ellendig en arm!”(Psalm 85..)
 


In het Epistel horen we de geboeide Paulus: "Ik bid u, dat gij niet omwille van de wederwaardigheden, die ik voor u verduur, de moed verliest”.
Zijn er nog stemmen van hoop?
De mens alleen zonder God is niet in staat zijn ware bestemming te bepalen.
De VN met haar Nieuwe Wereldorde zonder God of CHRISTUS biedt ons geen hoop op vrede in de wereld.
Ware vrede en echte orde in de wereld is alleen denkbaar met – door – en in CHRISTUS.
"Vrede zij U, niet zoals de wereld die geeft, geeft Ik u…”
Te midden van de wederwaardigheden van deze tijd straalt helder en klaar CHRISTUS als onze Verlosser en Redder.
Op Hem richten wij onze blik.
Hij wijst ons een andere richting naar boven, naar het toekomstige leven, weg van het aardse, maar daar ginder aan de andere zijde van het graf, daar begint een tijdperk van vrede en vreugde.
Laten we toch die blik op het hiernamaals te midden van alle kruisen en lijden niet verwaarlozen.
Wij, christenen zijn immers zo gelukkig, dat we hoop mogen hebben.
De mensen van deze wereld hebben geen hoop.
Het lijden van deze tijd moet hen breken.
Wij moeten de deugd van Hoop ijverig beoefenen.
God laat het lijden toe opdat we ons niet teveel aan het aardse zouden hechten.
Dat is de toestand van de christen op dit ogenblik: Wederwaardigheden rondom ons en een blik op de Hemel.
Dezen zijn een teken van de komst van CHRISTUS en ze moeten ons aansporen ons heil "met sidderen en beven” te bewerken.
We moeten onberispelijk en geheel gaaf klaar staan, wanneer CHRISTUS komt en ons voor de rechterstoel daagt.
En zo leert de Kerk ons hoe wij ons in de tegenwoordige omstandigheden te gedragen hebben, willen wij onze ziel de volmaaktheid zien bereiken. Nu het Evangelie: In het Evangelie zien wij een ‘waterzuchtige’, die door CHRISTUS tijdens een maaltijd op de sabbat genezen wordt.
De ‘waterzuchtige’ staat voor alle verslavingen aan drank, drugs en geld.
Dat maal op de sabbat is onze Zondagsmis, en de waterzuchtige dat zijn wij.
Wij zijn in geestelijke zin waterzuchtig en moeten door de Genade van Christus’ kruisoffer in de H.MIS genezen worden van alle aardse en wereldse gehechtheden, van hebzucht, en genotzucht.
Maar er is meer in dit verhaal.
Om tot onthechting te komen moet ons zelfbewustzijn veranderen in ware deemoed.
De gelijkenis die Jezus tijdens de maaltijd vertelt, verklaart ons nog duidelijker waarin de waterzucht bestaat.
CHRISTUS zegt: "…wanneer u tot een feestmaal genodigd zijt, ga dan niet op de eerste plaats zitten.
Maar als u tot de genodigden behoort ga dan op de laatste plaats zitten…want ieder die zich verheft zal vernederd worden, maar ieder die zich vernederd, zal verheven worden”.
Wat wil CHRISTUS met deze gelijkenis leren?
Wil Hij ons alleen maar fatsoen bijbrengen in onze omgang met medemensen?
Of wil Hij ons een voorgewende bescheidenheid aanleren, die in de grond van de zaak niets anders is dan verkapte hoogmoed.
Neen, Zijn bedoeling gaat dieper. Hij wijst op een dubbele houding.
De mens van deze wereld kent slechts "ik”zucht(egoïsme) hoogmoed, deze houding is een product van de Erfzonde, die alleen maar oog heeft voor eigen voordeel en desnoods over lijken gaat.
De Christenmens is DEEMOEDIG en zet zich op de laatste plaats.
De ‘waterzucht’ is dus de ongeordende zelfzucht en van deze kwaal moeten we op het sabbatsmaal van de H.MIS genezen worden.
Tegen deze kwade de eigenschap moeten we heel ons leven vechten, want ze is onverenigbaar met de christelijke levenshouding.

H. Havee