Bekering en ommekeer

 
Broeders en zusters in Christus,
"Gij beweert: De weg van de Heer is niet recht! Huis van Israël, luister toch!
Zou het werkelijk Mijn weg zijn die niet recht is?
Als de rechtvaardige zich van zijn rechtvaardigheid afkeert en kwaad gaat doen, dan zal hij daaraan sterven, sterven om het kwaad dat hij gedaan heeft.
Als hij tot inzicht komt en zich afkeert van zijn slechte daden, dan blijft hij zeker leven, dan zal hij niet sterven”.
Woorden uit de Profeet Ezechiël, zoals wij die vandaag horen in de eerste lezing.
Ja, we moeten de weg van de Heer gaan, een weg die daadwerkelijk ons rechtstreeks naar God leidt. Een weg waarvan wij mensen zo vaak vinden dat hij niet recht is.
Maar…, zegt God ons vandaag: " Mens, let op, want jouw wegen zijn niet recht, te veel eigendunk.
Door je eigen weg te nemen en niet die van Mij, zegt Hij, keer je je af van de rechtvaardigheid en ga je kwaad bedrijven.
Medegelovigen, in de Catechismus staan de vier voornaamste waarheden van het geloof.
De eerste waarheid is:
Er is maar één God.
De tweede: Er zijn drie Goddelijke Personen: God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest.
De derde waarheid is: God de Zoon is voor ons mens geworden en aan het kruis gestorven.
Tenslotte de vierde: God loont het goede en straft het kwade.
Over de laatste waarheid van ons geloof spreekt nu vandaag de eerste lezing.
God is rechtvaardig, Hij beloont het goede en straft het kwade.
Het leven van de mens staat dus onder het oordeel van God.


Hoe deze beoordeling zal geschieden weet niemand, maar de heilige Schrift geeft ons wel tips om niet onder een straffend oordeel te vallen.
Er wordt altijd bekering en rouwmoedigheid gevraagd.
Bekering vraag Ik en ommekeer!
Ook het evangelie spreekt hierover, zij verhaald ons hoe Jezus denkt over zondaars en publieke vrouwen.
Deze waren uit de samenleving gestoten om hun zondig verleden.
Jezus verlost hen, niet alleen de publieke vrouwen maar ook de twee zonen hebben vergeving nodig.
De ene zoon belooft zijn vader dat hij gaat werken, maar doet dat vervolgens niet.
De andere zoon weigert in het openbaar zijn vader te gehoorzamen, maar hij krijgt spijt en bedenkt zich toch.
De laatste zoon heeft zich moeten bekeren.
Hij die ondanks zijn weerstand naar de wijngaard ging en God gehoorzaamde deed de wil van de Vader, niet hij die het bij mooie woorden liet.
Dat is wat bij Christus telt.
Als men ja zegt tegen God, tegen het christelijk geloof, maar in feite nee doet, dan valt men onder Gods straffend oordeel.
Maar als men aanvankelijk nee zegt, maar toch tot inkeer komt en gaat leven volgens Gods geboden, dan zal het laatste als gerechtigheid worden aangerekend.
Daarom zegt Jezus ook in het evangelie: "Niet ieder die tot Mij zegt: Heer, Heer, zal ingaan in het Rijk der hemelen, maar die de wil doet van mijn Vader die in de hemel is”.
Kortom: tollenaars en zondaars, die een groot deel van hun leven in zonde hebben geleefd, maar zich hebben bekeerd, zullen het Rijk van God binnengaan, terwijl mensen, die heel hun leven naar de kerk zijn gegaan en dit geldt ook voor de geestelijkheid, maar hun geloof niet in daden hebben omgezet, het Rijk van God mislopen.
Tegenwoordig wordt er nogal snel gezegd: "Christus vergaf toch ook de tollenaars en ontuchtige vrouwen?
Waar moet ik mij druk over maken?”
Maar er wordt vaak vergeten dat deze tollenaars en ontuchtige vrouwen tot geloof kwamen en zich bekeerden.
Als we het leven van Christus, zo dag in dag uit, zondag na zondag, aan ons voorbij zien komen, zullen we tot de conclusie komen dat Hij vele mensen geneest , maar wel nadat zij zich bekeerd hebben en Hij hun zonden heeft vergeven.
God, oordeelt de mens!
Maar uiteindelijk is het oordeel niet angstaanjagend, want God is barmhartig.
Hij is barmhartig voor hen die zich bekeren.
Ook al hebben we ooit nee gezegd, als we dan nu ja zeggen en doen, wordt ons dat ongetwijfeld door God als gerechtigheid aangerekend.
Heel duidelijk zien wij dit gebeuren tijdens de kruisiging, waarbij ook één van de misdadigers Hem hoonde, waarop de andere zei: "Hebt zelfs gij geen vrees voor God terwijl ge toch hetzelfde vonnis ondergaat?
Ons vonnis is terecht, want wij krijgen wat wij verdiend hebben, maar Hij heeft niet verkeerds gedaan”.
En hij zei: "Jezus, denk aan mij wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt”.
Tot hem sprak Jezus: " Voorwaar, Ik zeg u: vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs”.( Luc.22 )
Het gaat om de keuze maken in ons leven!
Geven wij gehoor aan Zijn oproep, erkennen wij dat we zonder Zijn genade reddeloos verloren zijn?
Beantwoorden wij Zijn liefde, willen wij Hem gehoorzamen en Hem dienen?
Beste mensen, laten wij bidden dat we kracht mogen ontvangen om telkens weer het goede te doen en ons af te wenden van het kwaad.
Amen.

Hans Smits