Verenigd in Christus

 
Medegelovigen,
In het evangelie van deze 23e zondag vertelt Jezus ons over onze verantwoordelijkheid voor elkaar.
Want als er iemand gezondigd heeft moet hij terecht gewezen worden, we moeten elkaar op gevaren wijzen en waarschuwen als er iets fout gaat.
Zonde is niet altijd alleen iets wat je verkeerd doet, maar ook vooral datgene dat je nalaat en toelaat.
"Wanneer uw broeder gezondigd heeft, wijs hem dan onder vier ogen terecht” , zegt Jezus ons vandaag.
Zwijgen kan je medeplichtig maken.
Het evangelie laat ons zien hoe behoedzaam en zorgvuldig onderlinge broederschap wordt gesticht.
Een vriend, een broeder is hij die de waarheid zegt en kan zeggen en dat is wederzijds.
De lezingen van vandaag gaan vooral over geloof.
Een geloof waarin de liefde te vinden is, de liefde voor God, maar ook de onderlinge liefde en alles wat deze liefde kan bevorderen.
Maar ook over datgene wat haar bedreigd.
Geloven doe je met de Heer van het geloof zelf, met God en met elkaar.
Hij bepaalt namelijk ons geloven en de inhoud ervan en om daaraan trouw blijven, moeten wij onze liefde voor Hem laten zien.
Daaruit kunnen wij ook leren hoe wij met anderen moeten omgaan, daarvoor zijn Gods geboden onze maatstaf. Jezus ziet deze corrigerende liefde en oproep tot terechtwijzing, om daarmee de Kerk op te bouwen.
 


In het huidig beleven van de Kerk, en dit ervaren velen van ons, wordt dit aspect van de liefde als zeer onaangenaam ervaren, zelfs als ongewenst.
Toch ligt in het evangelie de duidelijke oproep om deze vorm van liefde te beleven.
Om zo een geloofsgemeenschap op te bouwen en Gods aanwezigheid te blijven waarborgen.
Want, nogmaals, zwijgen kan je medeplichtig maken!
Ons leven in verbondenheid met de goede God en vanuit Zijn liefde voor ons en wij voor Hem, zullen wij steeds weer deze liefde met en naar anderen moeten waarmaken.
Alle mensen zullen hun eigen invulling geven aan hun leven, ook als zij gelovig zijn.
Als gelovigen dit doen in overeenstemming met Gods geboden, ja, dan kunnen wij hieruit onderling kracht putten, ons er aan spiegelen.
Maar als zij, naar onze mening, dat op bepaalde punten niet zijn, dan zullen wij dat niet zomaar zonder meer moeten aannemen.
We moeten dit dan niet, met de mantel der liefde bedekken, maar nagaan in hoeverre er hier iets niet klopt.
Als er inderdaad iets niet klopt, zullen we de betreffenden erop moeten wijzen, dat hun denken en doen in bepaalde opzichten niet christelijk is. Niet om te veroordelen maar om te vermanen en daarbij helpen de juiste weg te vinden te gaan.
Dit kan de verhouding ernstig verstoren, maar dit zullen we voor lief moeten nemen.
We moeten ons uiterste best doen om onze goede bedoelingen te laten zien en als dat niet lukt zullen wij helaas moeten aanvaarden dat het tot een breuk zal komen.
Nooit, beste mensen, mogen we omwille van de waarheid en de trouw aan God verkeerde ideeën of praktijken goedkeuren of overnemen, ook al kost het ons dat vriendschap of dat we er zelf nadelige gevolgen van zullen ondervinden.
De band met Christus moet ons boven alles dierbaar zijn, anders verbreken wij de band met God en verliezen we alles.
Als we bij mensen eenheid in denken en streven gevonden hebben, kunnen we dit versterken door gezamenlijk gebed, beleving en verbreiding van het geloof.
Daarom zegt Christus ons vandaag: " Waar twee of drie verenigd zijn in Mijn naam, daar ben Ik in hun midden”.
Christus zelf biedt het vaste fundament om voor elkaar waarachtige en liefdevolle wachters en hoeders te zijn.
Beste mensen, waar Hij als Heer erkend wordt, wordt verwacht dat wij omwille van de Heer en Zijn Koninkrijk elkaars hoeder te zijn.
Amen.

Hans Smits