De Heilige Armoede

 
De Heilige CLARA, (Maagd) 12 augustus:
Sterfdag 1253;
heilig verklaard 1255;
haar feest in 1670.
 
Graf: haar heilig lichaam rustte zes honderd jaar lang in de kerk van de Clarissen in Assisië diep onder de grond.
In 1850 stond Pius IX de opening van het graf en de verheffing van de relieken toe.
Het gebeente, vooral het hoofd met alle tanden waren volkomen bewaard.
 
Afbeelding: als kloosterzuster met de Monstrans in de hand.
 
Haar leven: Over het leven van de medearbeidster van de Heilige FRANCISCUS van Assisië ligt een tere sluier van heilige liefde tot CHRISTUS; zij is stichteres van de Orde der Clarissen, de vrouwelijke tak van de FRANCISCANEN; Het Brevier deelt ons omtrent haar het volgende mee: "Naar het voorbeeld van haar landsman, de heilige Franciscus, verdeelde zij al haar goederen onder de armen.
Om het gewoel van de wereld te ontvluchten, trok zij zich in een op het land gelegen kerk terug, waar de heilige Franciscus zelf haar de haren afsneed en met een boetegewaad bekleedde (op 12 maart 1212). Hierna verhuisde zij naar de kerk van de heilige Damianus, waar de Heer haar verschillende gezellinnen toezond, en hier stichtte zij een vrouwelijk genootschap, waarvan zij op verzoek van de heilige Franciscus het bestuur op zich nam.
 


Zij stond aan het hoofd van haar klooster met ijver en wijsheid en bestuurde het in de vreze des Heren volle twee en veertig jaar.
Haar leven was een voortdurende preek, een glanzende spiegel voor haar zusters ter navolging.
Van Paus Innocentius IV vroeg zij voor zich en haar maagden het privilege in volledige armoede te mogen leven.
Zij was de meest trouwe leerling van de Heilige Franciscus van Assisi.
Toen de saracenen (Turkse moslims) Assisië belegerden en het klooster van de heilige CLARA wilden bestormen, liet zij zich, ofschoon ziek, naar de poort dragen, in de hand de Monstrans, waarin zich het Allerheiligste Sacrament bevond en smeekte tot God: "Lever niet O Heer, aan de wilde dieren de zielen over van die U verheerlijken! (Psalm 74).
"Bescherm Uw dienaressen, die Gij door Uw Kostbaar Bloed hebt verlost!”
Gedurende haar gebed vernam men de woorden: "Ik wil u altijd beschermen!”
De saracenen namen de vlucht.
Zij bezat een heldhaftige gezindheid tot het Lijden (27 jaar lang was zij ziek).
Reeds twee jaar na har dood werd zij heilig verklaard.
Thomas van Celano schiep het woord: Clara nomine, vita clarior, clarissima moribus ( haar naam is:Clara, haar leven nog klaarder, en het aller klaarst is zij door haar onschuld).
De Mis is uit het gemeenschappelijke (Dilexisti): de heerlijke bruidsmis.

Homilie.
De heilige ARMOEDE: Clara was de eerste bloem uit de tuin van de arme Franciscus van Assisi.
Arm aan aardse goederen, maar rijk in haar grote armoede is zij een afbeelding van de arme Jezus in de Kribbe en aan het Kruis.
De Kerk en haar vertegenwoordigers waren in deze tijd in rijkdom en wereldse macht verzonken, de heilige Franciscus heeft voor een hervormingsbeweging van het christelijk leven aan hoofd en ledematen de weg geëffend.
Zo ooit, dan heerst er in deze tijd bittere armoede in gebieden van strijd en oorlog, waar duizenden mensen, vrouwen en kinderen op gejaagd worden voor hun geloof in bergen en onherbergzame en eenzame streken.
Aan alles is gebrek, aan de eerst levensbehoeften, voedsel, water en kleding en onderkomen.
Voor christenen komt het er op aan van de nood een deugd te maken.
Herinneren wij ons slechts enige feiten en plaatsen uit de heilige Schrift, die de Armoede ons weer dierbaar en eerbiedwaardig kunnen maken. Christus was arm, Zijn komst in de wereld en Zijn heengaan uit de wereld was door uiterste armoede omringd: Hij had geen geboortehuis, geen wieg, geen sterfhuis, geen sterfbed.
‘Armoede’ stond wakend bij Zijn geboorte en bij Zijn dood.
‘Armoede’ vergezelde ook Zijn leven.
"De vossen hebben holen en de vogels in de lucht hebben nesten, maar de Mensenzoon heeft niets om Zijn hoofd op neer te leggen”.).
Armen kiest Hij tot Zijn leerlingen, die ook het weinige dat zij bezaten verlaten moesten.
"Om aan de armen de Blijde Boodschap te brengen”) was Hij gekomen.
In zijn Bergrede, die zijn programma is, was de eerste zin: "Zalig gij, armen, want aan u behoort het koninkrijk Gods.
Zalig gij die thans honger lijdt, want gij zult verzadigd worden.
Van zijn leerlingen verlangt Hij armoede.
Eens sprak Hij tot hen: "Waarlijk, Ik zeg u: Het is voor een rijke moeilijk, het Rijk der Hemelen binnen te gaan.
En nog eens zeg Ik u: een kameel gaat makkelijker door het oog van een naald, dan een rijke in het koninkrijk der hemelen”.
Toen de leerlingen dit hoorden waren ze zeer verwonderd en zeiden: "Wie kan dan nog zalig worden?
Jezus zag hen aan en sprak: "Bij de mensen is dit onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk”. en volgende; let er wel op, dat onder het hemelrijk of Rijk Gods niet de hemel, maar het rijk Gods op aarde moet verstaan worden.
Christus zegt dus: een rijke komt moeilijk tot het Christendom.
De ondervinding geeft dit woord van de Heiland gelijk.
Paulus moest dat reeds in de gemeente van Korinte vaststellen: "Inderdaad, broeders, denk eens aan uw eigen roeping terug; niet velen waren wijs naar het vlees, niet velen machtig, niet velen aan zienlijk.
Neen, het dwaze van de wereld heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen.
En het onaanzienlijke van de wereld en het onbeduidende heeft God uitverkoren: alles wat niets is, om te niet te doen , wat iets is, opdat geen vlees zou roemen voor God.
Door Hem toch behoort gij aan Christus Jezus, die ons door God geworden is: Wijsheid,Gerechtigheid, Heiliging, en Verlossing; opdat gelijk geschreven staat: ‘Hij die roemt, roeme in de Heer’
Paulus heeft daarmee een grondbeginsel uitgesproken, dat voor het Christendom voor alle tijden beslissend is: het ware Kindschap Gods is slechts bij de armen te vinden en er is voor de rijken een bijzondere Genade nodig om tot het echte Christendom te komen.- deze gedachten moeten ons weer de armoede dierbaarder maken.
Wie ze dragen moet, moet ze nederig, ja met vreugde dragen en voor de geestelijke rijkdom dankbaar zijn.
De bezittenden echter moeten de geestelijke armoede koesteren.
Met vreugde bidden wij in de Augustusdagen het responsorie: "Twee dingen heb ik van U gevraagd. Weiger ze mij niet, voordat ik sterf.
Rijkdom en armoede geef ze mij niet, maar verleen mij alleen wat tot mijn onderhoud nodig is”. laten wij tenminste tevreden en niet veeleisend zijn. Dat is de weg tot de geestelijke armoede.
Amen!

H. Havee