Aan U, o Koning der eeuwen

 
Broeders en zusters in Christus,
Een lied dat velen zich nog zullen herinneren en helaas uit de liedbundels is verdwenen.
Een feestelijk lied dat past bij deze laatste zondag van het kerkelijk jaar, op het Hoogfeest van Christus Koning.
In 1925 is het Christus Koningfeest ingesteld door Paus Pius XI en werd gevierd op de laatste zondag voor Allerheiligen.
Na het 2e Vaticaansconcilie is dit feest verschoven naar de laatste zondag van het kerkelijk jaar.
Dit feest heeft te maken met onze toekomst, een toekomst die veel geweldiger zal zijn dan wij ons maar kunnen voorstellen.
Maar dat we daar naar toe mogen gaan, nee, hebben we niet aan onszelf te danken, maar aan Hem, de mensgeworden Zoon van God, Jezus Christus, die voor ons heeft geleden, is gestorven en verrezen.
Hij, die nu als Koning zetelt in Zijn Koninkrijk.
Door Zijn lijden en kruis heeft Hij de zondenschuld van alle mensen van alle tijden op zich genomen en daardoor voor ons het eeuwige geluk mogelijk gemaakt.
Daarom staat ook vandaag het kruisoffer van Christus centraal in het evangelie.
We zien Jezus, hangend aan een kruis en daarbij een mensenmassa die op een afstand getuigen zijn van deze gruwelijkheden.
Boven Zijn hoofd hangt een bord met het opschrift: " De koning der Joden”.
Dit tot grote ergernis van de hogepriesters.
Maar Pilatus blijft bij wat hij geschreven heeft.


En alsof Jezus nog niet genoeg had geleden, gebruiken ze deze tekst maar om Hem belachelijk te maken, de soldaten schreeuwden: " Als Gij de koning der Joden zijt, red dan uzelf”.
Zoals we Jezus zien lijden, zo kan ook een mens heel veel lijden in zijn leven.
Lichamelijk lijden en geestelijk lijden.
Lichamelijk lijden kan vaak door artsen met medicijnen verzacht of zelfs weggenomen worden, maar voor geestelijk lijden hebben wij mensen geen medicijnen.
En dat terwijl geestelijk lijden ook vaak nog veel erger is dan lichamelijk lijden en juist veelal wordt aangedaan door medemensen.
Mensen die bespot, gekleineerd en veracht worden lijden vaak onzichtbaar.
Daarbij komt dan nog dat, doordat het niet direct zichtbaar is, zij heel vaak niet begrepen worden.
Toch is er ook voor deze mensen hoop, Jezus Christus, Hij is het op wie wij kunnen vertrouwen.
Hij is het die onze lasten en pijnen en verdriet op zich neemt, wij kunnen met al ons lijden en verdriet naar Hem toe gaan, met datgene dat door de wereld niet wordt gezien of juist zelfs wordt aangedaan.
Hij zal ons een uitweg laten zien voor onze zorgen, problemen en moeilijkheden.
Wanneer wij daarbij de wil van God hebben gedaan of nog doen, mogen wij ook zeggen dat Zijn trouw de onze werd en wij de vijand kunnen weerstaan.
De overheidspersonen, de hogepriesters, zo lezen wij in het evangelie, lachten Hem uit en zeiden: "Anderen heef Hij gered, laat Hij zichzelf nu eens redden, als Hij de Messias is!”.
Ja, al die mensen dachten alleen maar aan wereldse macht, aan sterker zijn dan de ander, maar Jezus is Koning, omdat Hij juist zwakker durfde te zijn dan anderen.
We moeten ons krachtig verzetten tegen hen die niet kunnen verdragen dat hun zelfzuchtige haan geen koning kan blijven kraaien.
Zij menen het niet alleen zelf beter te kunnen en beter te weten maar achten zichzelf ook nog eens hoger en beter dan "die anderen daar”.
Zij voelen zich immers verheven boven die ander, verheven boven de kleine en nederige, boven hen die verbonden willen blijven met de gekruisigde Christus en alleen van Hem eeuwig heil verwachten.
Als je in liefdevol geloof een echte navolger en verkondiger van Christus wilt zijn, dan kun je dat alleen maar vanuit het hoopvol uitzien naar Gods barmhartigheid en het eeuwige heil dat Christus voor ons heeft bereid.
Pilatus had Jezus ondervraagd: " Zijt Gij de koning der Joden?”
Hierop had Jezus geantwoord: " Mijn koningschap is niet van deze wereld, maar Koning ben ik”.
Maar als we zo het evangelie van deze zondag lezen komen we tot de conclusie dat maar weinig mensen het hebben begrepen.
Behalve één man, een ter dood veroordeelde, die naast Jezus gekruisigd was.
Hij verdedigde Jezus: "wij krijgen wat wij door onze daden verdiend hebben, maar Hij heeft niets verkeerd gedaan”.
Hij voegde aan deze schuldbekentenis toe: "Jezus, denk aan mij wanneer Gij in Uw koninkrijk gekomen zijt”.
Alleen deze ter dood veroordeelde had iets van het koningschap van Christus begrepen.
Hij had begrepen, dat deze onschuldige Mens, Gods Zoon, in staat was om aan alle mensen het eeuwige leven te schenken, ook hem.
Zo, medegelovigen, mogen wij op Christus vertrouwen.
Hij zal ons helpen in alle nood, problemen en moeilijkheden.
Wanneer wij de wil van God doen, zal Hij ons trouw blijven.
In dat geloof en vertrouwen mogen wij dan ook ooit de woorden van Jezus Christus horen: " Voorwaar, Ik zeg u: vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs”.
Daarom zijn wij ook God blijvend dank verschuldigd om Hem, die gezegd heeft: "Rex sum Ego, Koning ben Ik” .
Laten wij Christus op deze feestelijke zondag alle lof en eer brengen.
Want aan U, o Koning der eeuwen, aan U blijft de zegekroon.
Onsterf'lijk schittert Uw glorie door alle haat en hoon!
Amen.
 
Hans Smits