15e zondag na Pinksteren

 
Vorige zondagen hadden we met tegenstellingen te doen van ‘vlees’ en ‘geest’. –‘Slechte boom’ en ‘goede boom.’ – kinderen van het licht en kinderen van de wereld.’ – ‘U kunt God niet dienen en de Mammon’.
Wat bedoelt de Kerk toch met die tegenstellingen?
Ze gaat uit van de dingen zoals ze zijn.
De mens heeft nu eenmaal twee werelden in zich.
Hij behoort tot de wereld van het vlees.
Hij bestaat evenzeer tot de wereld van de geest.
Ook de Mis van vandaag toont ons die tegenstellingen, maar onder het beeld van ‘Dood en Leven’. Hierbij raakt de Liturgie de grondslagen van het Christendom.
Wat wil zeggen: Christen zijn?
 
a - De meesten dringen niet door tot het wezen van het Christendom.
Het is niet de Tien Geboden en het besef van zondigheid dat daarvan het gevolg is.
Dat is Oud Verbond.
Het bestaat ook niet in bidden en geloven.
Natuurlijk hoort dat erbij.
Dat moesten de Joden ook doen in het Oude Verbond.
Waartoe zou Christus dan op de wereld zijn gekomen, als Hij niets nieuws had gebracht.
De huidige Mis zegt het duidelijk: "Uit leven door de Genade.”
 
b – Dood en leven zijn voor ons, mensen, zeer voor de hand liggende begrippen.
Wij schatten het leven zo hoog!
Wat een plezier verschaft ons het leven in de lente en zomer?
Wat kijken we graag naar het bloeiende, bruisende leven van de jeugd!
Wat zijn we bang voor de starre onbeweeglijkheid van de dood.
Hoe onverdraaglijk lijkt ons de lucht van ontbinding.


Daarom haten we oorlog om de vele jonge levens, die hij eist, om de dood en het verderf, die hij rondom verspreidt.
Alle andere rampen waaraan de mens onderworpen is, wil de mens desnoods verdragen.
Armoede, ziekte, lijden – Als hij de dood maar kan ontvluchten.
 
c – Het Evangelie van vandaag toont ons de dood in een aangrijpend beeld.
We staan voor de poort van een stadje in Galilea.
De zon is ondergegaan.
Het wordt rustig in de natuur.
Daar zien we uit de stadspoort een groepje mensen komen.
Ze zijn zeer bedroefd.
Ze vormen een lijkstoet.
Een jongeling wordt uitgedragen, de enige zoon van zijn moeder, die weduwe is.
De hoop van haar oude dag is vervlogen.
De jongeling enige dagen tevoren nog krachtig en vol levenslust, ligt nu onbewegelijk en dood.
Doch er is nog een tweede groep.
Deze nadert de stadspoort.
Het is Jezus met zijn leerlingen en veel volk.
Ze willen de stad binnengaan.
Het Leven ontmoet de Dood!
Jezus is diep geroerd.
Hij gaat naar de baar toe en zegt tot de dragers, dat ze stil moeten staan.
Dan zegt Hij gebiedend: "Jongeling, Ik zeg je, sta op!”
De knaap opent de ogen, staat op van de baar en Jezus brengt hem met eigen hand naar zijn sprakeloze moeder.
Wij kunnen wel zeggen: Hier stoten twee polen op elkaar.
Nu kunnen we ons afvragen: wat is de bedoeling van de Kerk met dit Evangelie.
Wil ze ons alleen maar een stichtend wonderverhaal vertellen?
Nee, ze wil ons duidelijk maken dat er behalve het zichtbare leven en de zichtbare dood nog een ander leven en een andere dood bestaan.
Het leven en de dood van de ziel en dat Christus daarvoor op de wereld is gekomen om de mens uit de dood van de ziel tot het leven terug te roepen en hem het leven van de ziel terug te geven.
Dat is het wezen van het Christendom.
Dat is de zin van de Verlossing.
Daarom is Christus mens geworden en is Hij aan het kruis gestorven.
Daartoe heeft Hij de Kerk gesticht.
Daarvoor heeft hij de H. Geest gezonden, het Doopsel en de Eucharistie ingesteld.
Alleen Hij is de echte en ware Christen, die door de Heiligmakende Genade dat leven van de ziel bezit.
Wie dat niet bezit, die is het niet, al verricht hij nog zoveel stichtende oefeningen van vroomheid.
Iedere H, Mis eindigt met het deze woorden: "…en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene van de Vader, vol Genade en Waarheid.”(Joh.1,14)
Hiermee roept Christus ons op tot een nieuw leven en vervuld van dat nieuwe leven gaan wij gaan we naar huis terug vol genade en Waarheid.
Door Christus onze Heer.
Amen!
 
H. Havee