Vrede aan dit huis

 
Broeders en zusters,
Deze zondag lezen wij in het evangelie hoe Jezus tweeënzeventig leerlingen erop uit stuurt om het woord Gods te verkondigen.
Hun eerste woord moet altijd zijn: "Vrede aan dit huis”.
Evangeliseren is de vrede verkondigen, de vrede wensen en de vrede brengen.
De vrede wordt ons gegeven, geschonken en wij mogen die vrede behoeden.
Maar voor wij vrede zullen ontdekken moeten wij heel wat lagen van onvrede wegnemen.
Een onvrede waar we elke dag mee te maken krijgen.
Jezus zegt dan ook : "Zie, Ik zend u als lammeren onder de wolven”, en "neem geen beurs, geen reiszak, geen schoeisel mee en groet niemand onderweg”.
Dus geen contant geld, geen bankpasjes, geen kleren en verpraat uw tijd niet.
Je bent een leerling, een christen, je bent geen toerist maar een pelgrim.
Maar dan dat zinnetje: "groet niemand onderweg”, is wel heel erg vreemd, iets wat ons tegenstaat. Alhoewel wij er misschien wel aan gewend zijn geraakt dat mensen elkaar niet meer groeten, toch is het voor leerlingen van Christus heel vreemd om zo mensen stom voorbij te lopen.
Maar ik denk dat wij ons moeten gaan verplaatsen in de tijd van Jezus zelf.
De tijdgenoten van Jezus maakten van een begroeting op straat een hele ceremonie, heel omslachtig en daardoor ook tijdrovend met veel vleierij en valse verering.
Een soort straattoneel.
Hieraan zegt Jezus, mogen de leerlingen niet meedoen, er is meer te doen!
Ze bereiden de oogst voor,slaan de hand aan de ploeg en gaan op weg.


Ze moeten zieken genezen en verkondigen wat de Heer zelf overal heeft verkondigt:" Het koninkrijk Gods is nabij”.
De leerlingen in het evangelie oogsten succes en komen blijmoedig terug.
Ze hebben in Zijn naam de duivel kunnen overwinnen.
Jezus nu gaat hier onmiddellijk op in: "Ik zag de satan als een bliksemschicht uit de hemel vallen”.
Deze beeldspraak is ook heel duidelijk voor ons bedoeld, als wij op weg gaan om ons geloof te verkondigen en uit te komen voor de Waarheid.
Jezus zag Zijn optreden als een strijd tegen de satan en wat dit inhoud moge voor ons overduidelijk zijn: de satan, "het kwade”, de machten van het kwaad moeten wijken voor Jezus’ komst.
De machten van dood, ziekte, bezetenheid, uitbuiting, onrecht, kwaadsprekerij, enz. zijn allemaal vijandelijke krachten.
Tegen die machten, zegt Jezus, heb Ik u macht gegeven om ertegen in te gaan.
Ja, beste mensen, het is een heel groot contrast: het Rijk Gods, het heilige ‘Nee’, tegen het kwaad, tegen de satan.
De satan van oorlog, wegvoering en ballingschap, de duivel van twist, afgunst en nijd, de demon van de hoogmoed, die bliksemsnel elk woord van vrede en waarheid uitschakelt.
Maar hoe vaak bekruipt ons niet het gevoel en de vrees dat er tegen die machten van het kwaad geen kruid gewassen is.
Dat de strijd ertegen tevergeefs zal zijn.
Maar, wie in Jezus’ naam gelooft, Zijn Woord en Waarheid onvervalst verkondigd, geeft aan die ontmoediging niet toe.
Door alle tijden heen zullen de arbeiders van de oogst, altijd blijven geloven en hopen dat het Rijk Gods sterker is dan de vijand, het kwaad.
Maar we blijven lammeren tussen de wolven.
De boodschap van het Evangelie, de boodschap van de Kerk, stuit heel vaak op tegenstand, ze wekt zelfs agressie op, haat en vervolging.
Ook wijzelf kunnen dat wellicht eens aan den lijve ondervinden.
Jezus sprak het ook uit bij de zaligsprekingen: "Zalig zijt gij, wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnentwil” ( Mt.5,11)
Dit kan offers van ons vragen, zwaar, dat wel, maar het kan ook een schitterend getuigenis zijn waardoor de mensen weer de weg vinden naar Christus, die de Weg, de Waarheid en het Leven is.
Mogen wij de kracht vinden dat wij blijven getuigen van ons geloof, in woorden, maar ook vooral in daden om zo te bouwen aan het Rijk Gods, juist in onze moderne tijd en samenleving.
We zullen heel veel moeten verduren en achter ons laten, maar uiteindelijk zal de Waarheid zegevieren en van het kwade overwinnen.
Amen.
 
Hans Smits