De namen in de Bijbel …

 
Het is je misschien reeds opgevallen dat de spelling van eigennamen in het Oude Testament soms verschilt van bijbel tot bijbel.
Isaias bijvoorbeeld komt voor als Isaias (Petrus Canisius Vertaling), Esaias (Vulgaat) en Jesaja (De Staten Vertaling).
Het probleem ligt in de vertaling, hetgeen minder evident is dan het lijkt.
Laat ons een concreet voorbeeld nemen.
Hoe komen we aan de naam ‘Mozes’?
De Hebreeuwse naam voor Mozes is Mo-shéh of משׁה (M. T.).
Het probleem voor de vertaling naar het Grieks (of Latijn) is dat de ‘sh’-klank niet bestaat in het Grieks en het Latijn.

De Griekse naam voor Mozes is Μωυσῆς [Mouses of Moses] (Septuagint).
We zien dat de vertalers de ‘sh’-klank omvormden tot een ‘s’-klank.
Maar er is nog een andere wijziging.
We zien dat de naam nu plotseling op -ς (s) eindigt.
Waar kwam die –s op het einde vandaan?
De reden is omdat een Grieks woord dat op -η eindigt, vrouwelijk is.
Om het mannelijk te maken, voegt het Grieks er een -ς (s) aan toe.
Vandaar dat het Hebreeuwse ‘Mo-shéh’ evolueert naar ons Nederlandse ‘Mozes’ (of Moses).