De smalle en de brede weg.

 
Beste vriend,
 
De Witte Ridders zeggen jou, er is een brede weg en een smalle weg in dit leven.
De smalle weg is de weg die vanaf de voet van het kruis rechtstreeks de hemel in wijst.
Dat is de weg, die je aflegt in het Licht van God.
Dat is de weg waarin je eigenbelang ondergeschikt maakt aan de ander, dat is de weg waarin je samen met Christus lijdt, je eigen lijden opdraagt aan al die anderen, die God nog niet gevonden hebben.
Dat is de weg van Liefde en barmhartigheid voor alles wat leeft op deze aarde en daar buiten, inclusief jijzelf.
Dat is de weg van discipline en het uitstellen van jouw primaire behoeften, dat is de weg van eerbied voor jouw eigen lichaam, dat je van God gekregen hebt.
En dat is tenslotte de weg waarin je jouw Schepper zo vaak je kunt opzoekt in Zijn Heilige Kerk, waarin je jezelf met Hem verenigt om zo de kracht te krijgen de smalle weg met opgeheven hoofd en in grote vreugde te kunnen gaan.
Dat is kortom de weg van de Christen.
Naast die smalle weg is er ook de iets bredere weg en de hele brede weg.
De hele brede weg wordt gegaan door die mensen die zich van God, noch gebod iets aantrekken.
Wij bidden voor hen, maar wij richten ons nu tot die mensen, die de smalle weg een beetje oprekken, zodat zij deze gemakkelijker kunnen gaan.
Die iets bredere weg, die zegt, dat je God ook kunt ontmoeten en eren voor de televisie, die iets bredere weg, die stilletjes toch begrip toont voor het ingrijpen in het menselijke leven, die iets bredere weg, die jou laat roepen dat je van God houdt en de Liefde kent, maar in de praktijk ben je een softie geworden, een allemansvriend, die geen stelling durft te nemen als Gods Liefde in het geding komt.
Je gelooft in God en in al Zijn Liefde, maar je vindt het niet nodig om Hem te eren in Zijn Heilige kerk.
Die iets bredere weg, die ................
God heeft ons mensen de keuze gegeven om te kiezen tussen die smalle en die brede weg.
Welke weg ga jij?
 
In het teken van het Kruis ligt de overwinning,
 
Namens de Witte Ridders,
 
Paulus.