Geloof, Hoop en Liefde

Broeders en zusters in Christus,
Iedereen, die deze evangelietekst leest, is het er over eens dat Marcus bij het vertellen van dit incident het gedrag van de weduwe in een sterk contrast brengt met dat van de schriftgeleerden.
Hij vergelijkt hun schijnheiligheid met haar vroomheid.
En die vergelijking is niet zomaar, want vlak vóór dit voorval legt Jezus zelf een verband tussen weduwen en schriftgeleerden.
Hij verwijt hen daarbij dat de schriftgeleerden alles opeisen en "de huizen van de weduwen opslokken".
Dan neemt Jezus een plaats in tegenover de offerkist en kijkt zo wat de mensen zoal geven.
Hij ziet al die mensen die de tempel binnengaan.
 

Jezus ziet ook een Farizeeër de tempel binnenkomen, een vroom uitziende man, maar Jezus heeft daar zo Zijn bedenkingen bij.
De vrome Schriftgeleerde draagt een gebedsmantel met grote brede gouden kwasten.
Hij denkt alleen maar dogmatisch, vierkant en ook menselijke kant houdt te wensen over, en dat brengt Jezus in een tweestrijd.
Jezus laat aan de hand van een verhaal de leerlingen zien ook de schriftgeleerden handelden.
Hij vertelt hun over de Farizeeër en iemand die bij hem in de schuld stond en was gestorven.
De weduwe die zal hoe dan ook over de brug moeten komen, hij kent geen medelijden.
De Farizeeër stapt op de vrouw toe en eist het geld op.
De vrouw, smeekt angstig tevergeefs om uitstel, maar de Farizeeër doet geen stap in haar richting en tenslotte moet de arme vrouw haar huis verkopen.
Bij die gedachte wendt Jezus zijn blik af, Hij kijkt alleen nog maar naar al die mensen die voorbij komen.
Ieder met een eigen gelaatsuitdrukking, hoe dat mag u zelf invullen, maar van al die gelaatsuitdrukking onthoudt Jezus alleen maar die ene, zoals wij in het evangelie lezen, die van de arme vrouw.
Het zou zelfs die vrouw kunnen zijn die door de Farizeeèr uit haar huis was gezet.
Zij ziet er armoedig uit, gebukt van schaamte met een bange blik in haar ogen, omdat iemand misschien zou zien dat ze niet veel geeft.
Als hij haar die muntjes in het offerblok heeft zien gooien, roept hij zijn leerlingen bij zich.
Hij vertelt hun wat hij gezien heeft, en zegt: "Zij offerde van haar armoe al wat zij bezat, alles waar ze van leven moest.”
Hij legt de nadruk op de 2 penningen.
Ze geeft alles weg wat ze bezit, ze gooit haar hele levensonderhoud weg in de offerkist.
Jezus ziet dat en prijst haar.
Er gebeurt van alles in de tempel, daar waar God woont.
Er komen rijken die grote bedragen neerleggen, er wordt handel gedreven.
De tempel, de plek waar Jezus later de kooplui eruit gooit en riep: "maak van het huis van mijn Vader geen rovershol”.
Maar ook kwam daar de vrouw met de twee penningen, een paar cent, maar Jezus zag dieper, niet naar de hoeveelheid penningen maar Hij keek naar de intentie.
Want het gaat niet om hoeveel je geeft, maar het komt erop aan dat iemand zich helemaal voor God kan openen, zodat er ruimte is in het hart voor God, Zo´n gave is echt.
Het uiterlijk, het doen, stemt helemaal overeen met het innerlijk.
De gave van de arme weduwe maakt duidelijk wat zij geloofde, haar leven behoort aan God, en Hij zal voor haar zorgen.
Dat is offeren, iets van wat je gekregen hebt teruggeven aan God, als teken van dankbaarheid.
Een offer hoeft niet altijd te betekenen dat je geld geeft, het kan ook een vriendelijk woord zijn, en als iemand zijn vertrouwen geeft, ja, dan geeft hij zelfs meer dan geld.
Het komt er niet op aan wat je geeft, als het maar oprecht en met liefde is.
Beste mensen, De evangelist Marcus wil in het evangelie van vanavond verwijzen naar Christus die zichzelf gaf tot het uiterste.
Hij heeft Zijn leven gegeven als offer voor velen.
De arme weduwe vertrouwt meer op God dan op haar laatste penningen.
Zij offerde met heel haar hart uit liefde voor God.
Christus gaf alles wat Hij had tot het laatste toe, uit liefde voor Zijn vader en uit liefde voor ons.
Amen.

Hans Smits