Bekering van de H. Paulus

Paulus (Oudgrieks: Σαούλ, Saul en Σαῦλος, Saulos en Παῦλος, Paulos; Hebreeuws: שאול התרסי, Šaʾul HaTarsi, "Saul van Tarsus") (Tarsus, ca. 3 - Rome, 64 of 67) was een van de vroege leiders van de christelijke kerk en speelt een centrale rol in de vroege ontwikkeling en verspreiding van het christendom in de landen rond de Middellandse Zee, in het bijzonder in wat nu Turkije en Griekenland is. Velen menen dat Paulus voor zijn bekering Saulus of Saul heette. Het is ook mogelijk dat hij in Griekstalige kringen de Romeinse naam Paulus droeg en in joodse kringen de joodse naam Saulus of Saul. Paulus had vermoedelijk een joodse moeder en een Romeinse vader en werd geboren omstreeks 3 na Chr. in Tarsus (Cilicië) en overleed in Rome, in het jaar 64 of 67. Paulus was een "zoon van een Farizeeër" en had zijn opleiding genoten bij Gamaliël. Hij bezat vermoedelijk het Romeinse staatsburgerschap. Daarnaast was hij een actieve vervolger van de eerste eeuwse christenen, door hen te laten opsluiten en in sommige gevallen te laten doden. Een voorbeeld hiervan wordt beschreven in de Bijbel wanneer hij zijn goedkeuring geeft aan de dood van een joodse christen uit de eerste eeuw, Stefanus. Een groot deel van de Bijbelteksten uit het Nieuwe Testament wordt aan Paulus toegeschreven. Hij wordt in het algemeen Paulus de Apostel genoemd alhoewel hij niet tot de oorspronkelijke twaalf apostelen van Jezus behoorde.
 
 

Zijn levensloop wordt beschreven in het Bijbelboek Handelingen van de Apostelen. Volgens die bron was Paulus aanvankelijk actief als vervolger van de ontluikende geloofsgemeenschap die na de kruisiging van Jezus was ontstaan. Zelf maakt hij daar in een van zijn brieven ook melding van (Galaten 1:13). Hij bekeerde zich toen hij, op weg naar Damascus om Jezus' volgelingen te bestrijden, een visioen kreeg waarin Jezus hem opriep om zich te bekeren. Volgens de overlevering werd Saul in de Huiskapel van Ananias in Damascus gedoopt en nam hij daarbij de naam Paulus aan. Paulus ondernam vervolgens diverse reizen door Klein-Azië en Griekenland om het evangelie te verkondigen, christelijke gemeenten te stichten en eerder ontstane gemeenten te bezoeken. Paulus geloofde dat bekeerde 'heidenen' (christenen die niet voorheen tot het jodendom behoorden) niet onderworpen hoefden te worden aan de wet van Mozes, omdat Jezus op aarde was gekomen om de hele mensheid te verlossen. Hierdoor raakte hij in conflict met de geloofsgemeenschap in Jeruzalem die strikt volgens de joodse wetten wilde leven. De vraag of de heidenen zich moesten houden aan de besnijdenis werd door Petrus beslecht (Handelingen 11. 1-18). Paulus reisde samen met Barnabas naar Jeruzalem, om de kwestie voor te leggen aan de apostelen en oudsten (Handelingen, hoofdstuk 15). Deze bijeenkomst wordt het Apostelconvent genoemd. Uiteindelijk werd er besloten dat de heidenen niet meer verplichtingen op moesten worden gelegd dan strikt noodzakelijk was, besnijdenis was hierdoor niet meer verplicht voor christenen. In het jaar 60 zou Paulus op het eiland Malta schipbreuk hebben geleden, op een klein eilandje in bij wat nu St. Paul's Bay heet. Paulus verdween uit beeld toen hij naar Rome ging om daar berecht te worden door Nero. Volgens de rooms-katholieke traditie is hij daar onthoofd en begraven. Op de plaats van zijn graf staat de Sint-Paulus buiten de Muren. Volgens de overlevering vonden op de plaats van zijn onthoofding vele wonderen plaats. Zijn feestdagen zijn 25 januari (zijn bekering), 29 juni (samen met Petrus) en 18 november (toewijding van de basiliek). De brieven die hij schreef om het contact met de door hem gestichte gemeentes te onderhouden, maken deel uit van het Bijbelse Nieuwe Testament. Paulus wordt ook de 'apostel der heidenen' genoemd. Hij was de eerste apostel die de boodschap van het Evangelie onder de heidenen verspreidde. Tot deze dienst werd hij volgens het boek Handelingen door Jezus geroepen. Centraal in de brieven van Paulus staat de persoon van Jezus Christus. Paulus maakt duidelijk dat elk mens tot God kan komen door geloof. Hij kreeg veel tegenstand vanuit de joodse gemeenschap die vond dat men ook de oudtestamentische wetten en gewoonten moest overnemen. Paulus keerde zich hier fel tegen en verklaarde dat een mens alleen tot God kan komen op grond van geloof. Het nauwgezet naleven van de mozaïsche voorschriften was niet langer van belang. Dit komt vooral naar voren in zijn brieven aan de Romeinen en de Galaten, waar de christelijke gemeenten bestonden uit bekeerlingen uit het diaspora-jodendom. Het gevolg was een religie die veel opener stond naar buitenstaanders. In de tombe, die wordt toegeschreven aan Paulus en zich bevindt in de Sint-Paulus buiten de Muren te Rome, zijn in juni 2009 botfragmenten gevonden uit de eerste of tweede eeuw. Dit nieuws werd bevestigd door Paus Benedictus XVI. Wetenschappers hadden een kleine opening gemaakt in de vermoedelijke tombe en hebben de binnenkant ervan onderzocht door middel van een sonde. Die vond niet alleen de botresten, maar ook paars en blauw textiel. Paulus is de patroonheilige van Bath, het aartsbisdom Philadelphia, de bisdommen Birmingham (Alabama), Covington, Worcester, Providence en Las Vegas, Malta, Münster, Naumburg, Poznań, Rome, Umbrië en Kavála. Verder is hij de patroonheilige van de schrijvers, de Katholieke Actie, de evangelisten, de journalisten, de krantenredacties, de musici, de missiebisschoppen, de theologen, de zielenzorgers, de personen werkzaam in de public relations, de zadelmakers en de zeilmakers. Hij wordt aanroepen tegen (gif)slangen en slangenbeten, oogpijnen, angst, krampen en onweer, en voor regen en vruchtbare akkers.