H. Agnes

 

De heilige Agnes (overleden in Rome, 21 januari 254 of 304) stierf als dertienjarige martelares voor het christelijk geloof.
Agnes werd als dertienjarige aan heidense goden gewijd en was het slachtoffer van verkrachting. Toen zij naar de tempel van Minerva werd gebracht, maakte zij een kruisteken en weigerde zich tegen God te keren. Vele jonge mannen vroegen haar ten huwelijk, maar zij weigerde en zei dat dat ze al verloofd was met Jezus Christus. Zij werd vervolgens bedreigd en gemarteld en vond ten slotte de dood doordat haar een zwaard in de keel gestoken werd. Acht dagen nadat ze was begraven in de catacomben aan de via Nomentana, werd zij gezien in een gouden kleed, met een verlovingsring van Jezus Christus aan haar vinger en haar rechterzijde een wit lam.
Haar naamdag is op 21 januari. Zij is de beschermheilige van de verloofde paren, van de kuisheid, van de jonge meisjes en maagden en van de slachtoffers van verkrachting. Sint-Agnes wordt genoemd in Canon I, het voornaamste Eucharistisch gebed van de Rooms-katholieke Kerk.
Agnes wordt in Rome op twee plekken bijzonder vereerd. De Sant'Agnese fuori le mura is een basiliek te Rome, waar Agnes zou zijn begraven. Haar relieken worden er nog steeds bewaard. De kerk ligt langs de Via Nomentana, buiten de Aureliaanse Muur, die een deel van de oude stad omcirkelt. De Sant'Agnese in Agone op het Piazza Navona is gebouwd op de plek waar Agnes volgens de traditie de marteldood stierf.
De naam Agnes betekent Lam. Op haar feestdag zegent de paus altijd een paar lammetjes, deze gewijde diertjes zorgen dan voor de wol om later pallia van te maken. Vaak wordt Agnes ook met een lam afgebeeld.