Niet morren

Broeders en zusters in Christus,

Na de broodvermenigvuldiging houdt Jezus een lange redevoering, de vorige week hebben wij hiervan het eerste gedeelte gehoord.
Hij kon eigenlijk niet meer stuk bij Zijn toehoorders.
Iemand die zo’n groot wonder verricht, die moet je in de buurt houden, maar Jezus wil dat helemaal niet.
Hij wil niet de populaire man uithangen en zeker niet als het gaat om de sensatie.
Er is maar één reden: laten zien wie Hij in feite is, en dat Hij door zijn Vader gezonden is.
Maar dat zint de mensen helemaal niet, ze willen Jezus inpalmen, ze willen Hem voor zichzelf houden.
En dan krijgen de toehoorders het moeilijk en beginnen te morren.
Dat laatste woord "morren”, beste mensen, staat er niet zomaar, het is een woord dat we ook al tegenkomen in het verhaal van Mozes in de woestijn, ook daar begon het joodse volk tegen Mozes te morren, toen ze in de woestijn ronddoolde en dreigde te verhongeren.
Ook hier gaven de mensen duidelijk hun ongenoegen aan en dat ze twijfelden aan de bedoeling van God, had God het wel zo goed met hen voor?
Johannes de evangelist beschrijft in zijn evangelie heel duidelijk de reden van dat gemor.
Jezus had gezegd: "Ik ben het Brood dat uit de hemel is neergedaald”.
En dat van iemand zoals ze zelf zeggen: Is dit niet Jezus, de zoon van Jozef en kennen wij zijn vader en moeder niet?”
De joden weten gewoon geen weg met de uitspraken van Jezus.
Ze kennen zijn komaf, ze erkennen wel dat God met Hem is, door die broodvermenigvuldiging en de wonderen en genezingen die Hij doet.
 

Hij heeft gezag door zijn leer en is één van de beste profeten, maar dat Hij zegt: "Ik ben het brood, dat uit de hemel is neergedaald”?
Dat gaat ze te ver, dat geeft ergernis.
Mozes had namelijk hun het brood uit de hemel gegeven, hij gaf het Manna.
Mozes had het volk verzadigd en onderricht en dat was het brood en de leer van God, DAT WAS DE WET, naar die wet verwezen alle profeten.
Ze hadden al hun feesten steeds herdacht en gevierd en zou nooit veranderd worden.
En die iemand… , Jezus van Nazareth, die de wet van Mozes gaat veranderen en zichzelf boven Mozes stelt en een nieuw Manna heeft. 
Ja, ze kregen hun bedenkingen.
Maar wat de mensen hier niet begrijpen is dat Jezus spreekt over meer dan brood alleen, meer dan het manna.
Hij noemt zichzelf "het ware brood uit de hemel die tot het eeuwige leven kan leiden”.
Hij is niet uit omzijn ego op te poetsen, maar om te dienen en dat gene te verkondigen wat Hij van de Vader heeft gehoord.
Mensen die bedroefd zijn weet Hij te troosten, mensen die geen toekomst meer zien zet Hij weer opnieuw op de weg en geeft ze de moed om verder te gaan.
En dat is wat Hij die mensen en ook ons zeggen wil, zoals Hij zorg heeft voor de mensen, zo moeten ook wij voor elkaar zorg hebben, zo treed de liefde van God de wereld binnen.
Maar daar waar mensen macht laten merken, werkt het altijd negatief, ook al is de hulp nog zo goed.
En van de andere kant wordt oprechte hulp uit liefde niet altijd begrepen, er wordt soms misbruik van gemaakt, en zo ging het ook met Jezus ook
Hij werd niet altijd begrepen.
Hoe zichtbaar wordt dit vaak niet als wij de levensloop van verschillende heiligen bekijken, ook zij werden niet altijd begrepen en moesten het zelfs soms met de dood bekopen, want zij probeerden zoveel mogelijk in de voetsporen van Jezus te gaan, maar ook velen wier namen niet bekend zijn, hebben geen gebruik gemaakt van macht, maar luisterden naar de innerlijke stem.
Dat is: Leven vanuit God, om zo een instrument in Gods handen te zijn.
We horen het Jezus vandaag in het evangelie zeggen: "Niemand kan tot Mij komen, als de Vader hem niet trekt”.
Dat betekend, broeders en zusters, niemand kan geloven zonder de genade van God, zonder zich te voeden met het Lichaam van Christus, de Heer.
Door ons te voeden met Zijn Lichaam, de H.Eucharistie, worden wij geroepen tot eeuwig Leven.
Door ons geloof in Hem, groeit onze zorg voor de mens in nood en vindt zijn voltooiing in een Leven bij God.
Amen
 
Hans Smits