Breken en Delen

Broeders en zusters in Christus,
 
Wij hebben zojuist het prachtige evangelie mogen horen van de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging.
Een prachtige verwijzing naar het nog grotere wonder van de Eucharistie, ingesteld door Christus zelf tijdens het Laatste Avondmaal.
De verandering van brood in Zijn Lichaam en van de wijn in Zijn Bloed, voedsel en drank voor het volk van God onderweg.
Johannes geeft bij deze gebeurtenis heel kort aan dat het enkele dagen voor het Joodse Paasfeest was.
Hij schrijft : "Het was kort voor Pasen, het feest van de joden”.
Ook het Laatste Avondmaal vond plaats enkele dagen voor het Paasfeest.
Hier loopt dus duidelijk een lijn tussen het wonder van de Broodvermenigvuldiging en het wonder van de Eucharistie.
De evangelist Johannes noemt trouwens in zijn evangelie de wonderen van Jezus vaak "tekenen”. 
 

Zo beschrijft hij het wonder op de bruiloft van Kana , waar Jezus water in wijn veranderd : "het eerste teken dat Jezus deed”.
En vandaag de wonderbare Broodvermenigvuldiging.
"Een grote menigte volgde Hem, omdat zij de tekenen zagen die Hij aan de zieken deed”.
Jezus ging de berg op en zette zich daar met zijn leerlingen neer.
Hij ziet dan de grote menigte en de apostelen worden ongerust, hoe moeten wij toch voor al die mensen brood kopen?.
Het gaat in dit evangelie eigenlijk over honger.
Er is een kleine jongen met vijf broden en twee vissen.
Eigenlijk belachelijk weinig en dan te bedenken voor die hele menigte mensen.
Verdere informatie over die jongen ontbreekt.
Ik denk dat dit alles heel bewust zo beknopt mogelijk gehouden is.
Toch brengt Andreas die jongen, met dit weinige eten bij Jezus.
Johannes schrijft vervolgens heel eenvoudig: "Jezus nam de broden, sprak een dankgebed uit en liet ze ronddelen aan de mensen”.
Tot de laatste verzadigd was, haalden de apostelen de manden weer op waarin nog volop brood was achtergelaten.
Het brood raakte niet op.
Wij mogen hieruit leren dat ook Jezus ons nooit in de steek laat als wij honger hebben.
En dan bedoel ik niet het dagelijks voedsel, maar de H.Eucharistie, waarnaar wij altijd mogen verlangen en dat Hij ons met Zijn eigen Lichaam en Bloed zal blijven voeden.
Ook nu nog, bieden wij elke opnieuw kleine en eenvoudige gaven aan van brood en wijn, waarin Jezus zichzelf wegschenkt , het wordt een rijke gave aan ons, Christus zelf, tegenwoordig in de Eucharistische gaven.
Zo mogen wij Hem telkens weer ontmoeten als wij de H.Communie ontvangen.
Broeders en zusters, wat is nu de boodschap?.
De boodschap is: dat Jezus voor de verzadiging van de hele menigte, het wegschenken van één persoon nodig heeft.
Het is te weinig , zeiden de apostelen, maar in de handen van Christus was het voldoende voor allemaal. "Doe dit tot Mijn gedachtenis”, dat is de opdracht die de apostelen en hun opvolgers tijdens het Laatste Avondmaal meekregen.
Dit betekent: brengen over de hele wereld.
Naast het breken en delen van de goederen van deze aarde voor allen die het minder hebben dan wij, iets wat gewoon bij ons christenzijn hoort, moet ook onze geestelijke honger gestild worden en dit ook aan alle mensen die verlangen Hem te ontmoeten in dit grote wonder.
Zo zijn wij ook dit uur rondom Hem verzamelt en willen vragen dat Hij altijd zorg voor ons draagt, dat er altijd priesters zullen blijven die Hem tegenwoordig stellen in deze wereld.
Een gave uit het hart van God, Hij deelt zijn Zoon aan ons uit, en het is, beste medegelovigen, een genade dat te mogen geloven.
Want geloven dat is: er iets in zien, er méér in zien dan een verbroedering, een teken, meer dan alleen breken en delen van aardse goederen, maar een offer, die christus zelf heeft gebracht, voor óns gebroken.
Er zoveel in zien dat we ook werkelijk geloven dat wij Christus zelf, God zelf mogen ontvangen.
Niet door te zeggen : Wij hebben God in de hand, maar gelovig zeggen: God heeft MIJ in de hand, dat is mij genoeg.
Dan loopt het goed af, alles komt goed terecht.
Dan kunnen wij zoals in psalm 150 bidden : De Heer is mijn herder, Hij brengt mij naar grazige weiden en naar water waar ik kan rusten.
Het ontbreekt mij aan niets.
Amen.
 
Hans Smits