H. Hilarius

 
De heilige Hilarius (Poitiers, 315- begin januari 368), bijgenaamd de Athanasius van het Westen, was van adellijke, heidense afkomst.
Hilarius huwde, kreeg kinderen (onder wie de heilige Abra), studeerde en kwam daarna tot het inzicht dat het heil bij de goede werken en het monotheïsme ligt. Toen hij de bijbel voor het eerst las, was hij tegen het einde van het Nieuwe Testament bekeerd.
Hilarius werd daarna bisschop van Poitiers van 353 - 368. Na een conflict met de keizer werd hij verbannen en schreef hij diverse theologische werken. Hij introduceerde de oosterse theologie in het Westen en bestreed het arianisme.
Zijn feestdag is op 13 januari. Hij werd in 1851 uitgeroepen tot kerkleraar. Hij wordt aangeroepen tegen slangen en slangenbeten en bij achterlijke kinderen. Hilarius is de patroon van Poitiers, La Rochelle, Luçon en de Vlaamse gemeente Bierbeek.
Als zijn geboortejaar geldt 315. Hij was afkomstig uit Poitiers; zijn ouders waren van adel en hielden vast aan de Romeinse godsdienst. Zij stippelden zorgvuldig een politieke carrière voor hun zoon uit. Daartoe arrangeerden zij al tamelijk vroeg voor hem een huwelijk met een passende vrouw. Intussen lieten ze hem de gebruikelijke studies volgen van rhetorica en filosofie. Zo kwam hij in aanraking met de christelijke filosofie met als gevolg, dat hij zich uiteindelijk liet dopen. Dat moet ongeveer geweest zijn in het jaar 345.
In 353 werd hij gekozen tot bisschop van Poitiers. Dat bracht met zich mee dat hij gescheiden ging leven van zijn vrouw.
In die tijd was de bisschop verplicht het celibaat te onderhouden, de priester nog niet, hoewel het hem sterk werd aangeraden.
Om te beginnen verzamelde hij rond zich een groep jonge monniken met de bedoeling er een kloostergemeenschapje van te maken, naar het voorbeeld van het beroemde kloostereiland Lérins, dat op zijn beurt weer terugging op het voorbeeld van de woestijnvaders in Egypte. Eén van de eersten die zich aansloot was een voormalig soldaat, die het leger verlaten had, omdat hij de voorkeur gaf aan de dienst van Christus; Martinus heette hij. Hij was ongeveer even oud als Hilarius en was afkomstig uit Pannonië, het huidige Hongarije. De bisschop onderkende de mogelijkheden van zijn nieuwe leerling.

Maar omdat hij bemerkte hoe bescheiden Martinus was, durfde hij hem niet voor te stellen zijn diaken te worden. De verhevenheid van die functie zou hem afschrikken. Hij maakte hem dus tot duiveluitdrijver (exorcist). Dat was een lage functie. Had Martinus dat geweigerd, dan zou dat veeleer getuigd hebben van onbescheidenheid!
Intussen wordt deze tijd gekenmerkt door de strijd tegen de ketterij van het Arianisme.
Omdat Hilarius zich zo fel en succesvol tegen deze ketterij verzette, werd hij door de ariaanse keizer Constantius (343-361) verbannen naar Frygië, een gebied in het noorden van Klein-Azië, het huidige Turkije. Daar maakte hij kennis met de denkwijze die in het Oost-Romeinse Rijk heerste. Hij begreep dat er verschillende woorden werden gebruikt voor dezelfde begrippen, en probeerde de onoverbrugbare standpunten met elkaar te verzoenen in zijn beroemde boek over de Drievuldigheid ('De Trinitate'). Op basis van dit boek werd hij als gast uitgenodigd op de synode van Seleucië, 359, waar honderdvijftig bisschoppen uit het Oost-Romeinse Rijk bijeen kwamen. Hij speelde er een belangrijke rol.