Er zijn voor de schapen
Broeders en zusters in
Christus,
Wanneer Christus
verschijnt aan de apostelen dan wenst Hij hen vrede toe.
Vrede – dat houdt in:
verzoening, verzoening met God, verzoening met de medemens en verzoening met
jezelf.
In verzoening zit het
woord "zoen”- (kus).
Verzoening betekend in deze, God, je medemens en jezelf omhelzen.
Het gaat hier dan wel
om een welgemeende omhelzing en niet de bekende Judaskus.
De verzoening die
Christus bedoeld is de vrede en blijdschap die al werd aangekondigd toen de
Heer geboren werd in Bethlehem: "Vrede op aarde aan de mensen van goede wil”,
zongen de engelen.
Deze vrede wenst Jezus
toe aan allen die Hem ontmoeten.
Velen roepen dat men
moet verzoenen, maar de werkelijkheid is zo anders, dat is niet de vredeskus
die Christus bedoeld.
Dat is niet de
verzoening met God of de medemens, maar één grote schijnvertoning, om mensen op
de hand te krijgen, alleen voor het oog van de buitenwereld om zo te laten zien
hoe goed men is.
Ja, schijn bedriegt!
Het is vaak de ander
die zich moet verzoenen, terwijl in henzelf het verraad blijft woekeren. |
|
De ander angst aan
jagen en een schuldgevoel aanpraten, als je niet op het geroep van: je moet verzoenen, je
moet vergeven ingaat, omdat het vaak in werkelijkheid alleen van jouw kant komt
en dus eenzijdig is.
Maar het moet ook
juist van één kant komen, van jezelf!
Het is een innerlijk
proces van het loslaten van wraak, haat, slachtofferschap en oordelen.
We kunnen het zien als
een innerlijke schoonmaak.
Je doet het uit liefde
voor jezelf.
Je hebt de ander er niet bij nodig om te vergeven.
Het gaat niet over de
ander, maar over jezelf.
Zo ging het ook met de
apostelen, ze hadden zich opgesloten na alles wat er gebeurd was, hun angst was
groot, ze twijfelden en waren moedeloos.
Hetgeen op Golgotha had
plaatsgevonden heeft hen verlamd.
Zij hadden de vrede van
Christus nodig om de angst, slachtofferschap, de oordelen en moedeloosheid te
overwinnen.
Werden ze bij mensen
niet toegelaten of er werd niet naar hen geluisterd? en konden ze de vrede van
Christus niet overbrengen, dan zegt Christus: " Als jullie ergens niet welkom
zijn en de mensen niet naar jullie willen luisteren, moet je daar weggaan en
het stof van je voeten schudden ten teken dat je niets meer met hen te maken
wilt hebben.” ( Marc.6, 11)
Beste mensen, zijn wij
mensen soms ook niet als die apostelen?
Ook wij hebben onze
angst, onze twijfels en moedeloosheid.
Vaak lacht het leven
ons niet toe, maar worden we geleefd door de angst om dingen te verliezen, dan zijn we verdrietig en moedeloos en hebben het vertrouwen in mensen verloren.
Velen zien een
gevreesde en beangstigende toekomst.
De
moedeloosheid heeft zich in de samenleving gevreten en zij dreigt ten onder te gaan
in paniek en angst.
Door angst verliezen we
het vertrouwen.
Jezus geeft ons daarom
Zijn paasvrede, met als fundament het geloof in God.
Alleen het geloof kan
ons een fundament bieden voor die innerlijke vrede, het gevoel van zekerheid,
veiligheid en vertrouwen.
Wij mogen er op vertrouwen
dat God met ons is tot aan het einde der tijden.
De Heer zelf heeft de
apostelen moeten overtuigen van Zijn verrijzenis, maar wij zijn aangewezen op
de getuigenissen van de apostelen.
"Gelukkig zij die niet
zien en toch geloven” zegt Christus.
Hij verblijft midden
onder ons en waakt over ons als de Goede Herder.
Die leiding van Christus,
de Goede Herder, hebben wij nodig.
Hij alleen weet de weg,
want Hij is de weg, de waarheid en het leven.
Jezus Christus is en
blijft de Herder van Zijn kudde, de Heilige Kerk.
Daar heeft Hij
zichtbare herders aangesteld in Zijn naam.
Deze herders moeten de
kudde vertegenwoordigen en dat is niet gemakkelijk.
Hij zal dan soms harde
woorden spreken, heel duidelijke wegen wijzen, ook als een gedeelte van de
kudde anders wil.
Deze herders moeten er
voor waken dat ze niet de mentaliteit van de huurling krijgen, door de
gemakkelijkste weg te bewandelen, die de schapen aan hun lot overlaten, hun
naar de mond praten en zo weerloos overleveren aan de rovers.
Christus wil herders,
die net als Hij, hun leven willen geven, die 24 uur per dag herder/priester zijn en niet
als het hen uitkomt of hun leven inrichten als een winkelier of koopman.
Dat zij die aan hun
zorgen zijn toevertrouwd dagelijks kunnen deelnemen aan het H.Misoffer, waarin
elke dag weer het offer op Calvarië wordt voltrokken.
Zij moeten dag in dag
uit naar de roepstem van de Heer luisteren, om er te zijn voor de kudde, elke
dag, elk uur, elke minuut.
Een herder die hart heeft
voor de schapen!
Laten wij de Goede
Herder bidden om heilige priesters, priesters naar Zijn hart, die bereid zijn
hun leven te geven voor de schapen.
Amen.
Hans Smits