de Heilige Antonius*

Wees een strijder tegen de duivel
 
De heilige Antonius:
Sterfdag: 17 januari 356 .
Graf: eerst onbekend op de berg Kolzin aan de Rode Zee, in 561 te Alexandrië bijgezet, nu te Saint Julien in Arles.
Afbeelding: Voorgesteld als kluizenaar met kruisstaf (Egyptische kruisvorm T ) met boek en bedelaarbel met varken (zinnebeeld van de duivelse bekoringen).
Leven: Antonius "de Grote”, de vader van de monniken, behoort tot die heiligen, wier leven voor de komende tijden van belangrijke invloed was.
Hij was afkomstig uit Midden- Egypte van voorname ouders en wijde zich na hun vroege dood geheel aan de versterving.
Toen hij eens in de kerk de woorden uit het Evangelie vernam: "Wilt gij volmaakt zijn, ga heen, verkoop al uw bezittingen en geef ze aan de armen” (Mattheüs 19,21), geloofde hij dat Christus die woorden in het bijzonder tot hem gesproken had en dat hij de Heer hierin moest gehoorzamen.
Hij verkocht daarom zijn bezittingen en gaf de opbrengst aan de armen.
De naakte grond was zijn legerstede, als de slaap hem overmande.
Het Vasten onderhield hij zo streng, dat hij alleen brood en zout gebruikte en zijn dorst slechts met water stilde.
Ook at en dronk hij vóór zonsondergang niets; menigmaal bleef hij zelfs twee dagen lang zonder voedsel; hij bracht dikwijls de gehele nachten in gebed door.
De heilige werd veel en lang door de boze geest bekoord; des te standvastiger bleef hij.
 

Afbeelding invoegen

Zijn leerlingen moedigde hij tot de strijd aan met de volgende woorden: "Gelooft mij, de duivel heeft een afschrik van uw vroom waken, vasten en vrijwillige armoede, uw medelijden, uw ootmoed, in het bijzonder echter van uw vlammende liefde tot Christus, onze Heer!
Zodra hij slechts een teken van het Kruis ziet, slaat hij vernederd op de vlucht”.
Hij stierf in 365 in de ouderdom van 105 jaren op de berg Kolzin aan de Rode Zee.
Een jaar na diens dood stelde zijn vriend, de moedige bisschop-belijder Athanasius diens levensbeschrijving op, die eeuwenlang het leerboek van de ascese was.
Doel en taak van de ascese is bij hem de blijmoedige stilte en het innerlijk evenwicht van de ziel;
De ascese heeft niet tot doel de vernietiging van het lichaam, maar onderrichting, om aldus de oorspronkelijke, harmonische toestand te herstellen, de ware natuur van de mens.
Ongeveer twintig jaar leefde hij in de eenzaamheid.
"Zijn ziel echter was gelouterd; hij was door geen enkel verdriet te neergeslagen, en voor elke vreugde ongevoelig; er bestond bij hem geen lachen en geen bedroefd zijn; het gezicht van de menigte bracht hem niet in verwarring, de hartelijke groet van zoveel mensen ontroerde hem niet; maar hij was boven alle ijdelheden verheven als een man door het verstand geregeerd, in harmonische toestand.”
Uit de grote toespraak van de Heilige Antonius tot de monniken: ”Dit zij bij uitstek het gemeenschappelijk streven van allen: niet lusteloos worden bij het eenmaal begonnen werk, bij tegenslagen niet de moed verliezen en niet zeggen: Wij beoefenen sinds lange tijd de ascese; maar beginnen wij veeleer elke dag opnieuw en vernieuwen wij steeds meer onze ijver.
Want het hele mensenleven is zeer kort, vergeleken bij de toekomstige tijd, zo zelfs, dat onze tijd niets is in vergelijking met het eeuwige leven…
Laat ons daarom, mijn kinderen, aan de ascese vast houden.
Opdat wij echter niet verlammen, is het goed, dat wij dat woord van de Apostel overnemen: "Dagelijks sterf ik”.
Als wij met het beeld van de dood voor ogen leven, dan zullen wij niet zondigen.
Dat woord echter zegt, dat wij ‘s morgens ontwaken moeten, als zouden wij de avond niet beleven, en inslapen, alsof er geen ontwaken meer volgde; want van nature is ons leven onzeker en wordt ons dagelijks door de Voorzienigheid toegemeten.
Als wij onze leven zó inrichten en elke dag zó leven, zullen wij niet in zonde vallen, geen begeerte zal ons gehecht doen zijn, geen toorn ons ontroeren, geen schatten ons aan de aarde binden, dagelijks gereed om te sterven, zullen wij aan niets verknocht zijn”.