Liefde en trouw

 
Broeders en zusters in Christus,
In het evangelie van deze eerste zondag van de vasten worden we geconfronteerd met de bekoring van Jezus, door de satan, in de woestijn.
De satan meende in de eenzaamheid van de woestijn de kans schoon te zien om Jezus over te halen om niet God maar hem te dienen.
Maar Jezus heeft weerstand geboden en maakte korte metten met de duivel en zijn verleidingen.
Deze situatie kan bij ons vragen oproepen.
Als Jezus de Zoon van God is, waarom moet Hij dan op de proef worden gesteld door de duivel?
Jezus kan toch helemaal niet vallen voor de bekoring?
Het is het werk van de Heilige Geest, die Jezus naar de woestijn dreef, Hij deed dit uit liefde voor de Vader.
Het waren de beproevingen die Hij als mens onderging, zoals ook wij tijdens ons leven de beproevingen in de woestijn van ons leven moet ondergaan.
Zo beproefd God de Vader onze liefde en dat kan alleen in volle vrijheid.
Ook bij Christus was de beproeving de grootste vrijheid, zo groot dat Hij zich in de kracht van de Geest in de woestijn door de satan laat beproeven en uiteindelijk zelfs door mensen laat doden.
Zo heeft Hij in totale vrijheid en uit liefde voor ons, aan het Kruis de satan overwonnen.
Dus heeft Hij de slavernij vernietigd en de vrijheid definitief laten zegevieren.
Toch blijft God onze liefde tot Hem beproeven.
 


Onze kruizen, onze beproevingen door de duivel in de woestijn van ons leven, ze zijn er om onze vrije liefde voor God te testen en te tonen dat Zijn Liefde voor ons niet tevergeefs is.
Wat heel duidelijk uit het evangelie over de bekoringen in de woestijn naar voren komt is de standvastigheid van Jezus.
Hij sluit niet allerlei compromissen met de satan, Hij kiest de weg van de liefde, van geduld, maar ook van volharding en standvastige trouw! Liefde en trouw, dat is wat God van ons vraagt.
Trouw aan God en trouw aan de Moederkerk, die door Christus zelf gesticht is.
De denkbeelden van de H.Kerk lijken niet meer van deze tijd en wie deze denkbeelden volgt en naleeft krijgt door velen een stempel opgedrukt. We worden als gelovigen door velen niet meer serieus genomen.
Vooral het zedelijk leven ligt de laatste tijd weer volop onder vuur en dringt zelfs door tot in Rome en hiermee wint de satan steeds meer terrein. Wij mogen niet op deze bekoringen ingaan en moeten standvastig blijven en de Leer van de Kerk blijven volgen en Christus trouw blijven in woord en daad.
Want, wie God als Vader heeft, heeft de Heilige Kerk als moeder!
Beste medegelovigen, laten wij ons niet laten ontmoedigen.
Ondanks de bespottingen moeten wij de weg van Gods geboden bewandelen.
Wie kan de mens redden van de eeuwige dood?
Kan de moderne mens met zijn betweterigheid in geestelijke zaken, met zijn meningen over godsdienstigheid zonder dat hij wil bidden en afkeert van geboden, die uit is op kort termijn genot, zich redden van de eeuwige dood?
Volstrekt niet!
Wij zijn door het H.Doopsel tot Gods Kerk toegetreden en wij blijven in Gods Kerk als we leven zoals Christus, volgens Gods geboden, leven van Zijn Woord en HH. Sacramenten.
We moeten tijdens ons leven proberen niet buiten het schip te vallen, maar mocht dit toch gebeuren, dan geen nood, Hij gooit ons een reddingsboei toe.
We hoeven dan alleen maar die boei te pakken, de boei, het H.Sacrament van de Biecht.
Als wij ons dan met een oprecht berouw bekeren zullen wij weer ons plaatsje mogen innemen in het schip van de Kerk.
En die bekoringen om buiten het schip terecht te komen zijn er talrijk.
Ja, Christus stelt hoge eisen, waarmee niemand, ook de geestelijkheid niet, mee kan marchanderen.
Ook al wordt er van alle kanten geroepen dat we ons niet slaafs moeten opstellen, dat mensen de wetten hebben uitgedacht en dat de Kerk niet meer van deze tijd is, we moeten deze bekoringen weerstaan.
Ook Jezus weerstond de mooie beloften die de duivel Hem voorspiegelde.
Wij dienen ons christendom te bewijzen door aan de bekoringen te weerstaan.
En nu in deze vastentijd is het den gunstige tijd om ons hierop nog meer toe te leggen door: bekering, meer bidden, daadwerkelijke liefde voor God en de medemens.
Moge wij zo bouwen aan de opbouw van onze Moeder de Heilige Kerk, leven in Zijn verbond en uiteindelijk leven in de eeuwige heerlijkheid.
Qui habitat in adjutorio Altissimi, in protectione Dei coeli commorabitur. ( Tractus psalm 90)
Wie in de schutse van de Allerhoogste woont, blijft verwijlen onder de bescherming van de God in de hemel.
Amen.

Hans Smits