De komst van het Licht

 
Broeders en zusters in Christus,
Vandaag hebben wij Sinterklaas uitgezwaaid en komen weer een stukje dichter bij Kerstmis.
Wij ontsteken deze zondag de 2e kaars op de adventskrans.
Een zwak licht tekent de komst van het Christuskind.
Op verschillende plaatsen in Twente en de Achterhoek klinkt weer een heel oud gebruik, de midwinterhoorn als een boodschap, een roep om de komst van Christus aan te kondigen.
Ook in het evangelie, dat bestaat uit de eerste verzen van het Marcusevangelie horen wij die roep, die boodschap: "Bereidt de weg van de Heer, die komende is ".
Bereidt je voor op de komst van het licht, de geboorte van Christus, zoals ook de midwinterhoorns ons dit toeroepen.
Het vertelt ons over het begin van de Blijde Boodschap van Jezus Christus.
 


De gelovige Joden wisten, dat op een bepaalde dag de Messias, de door God beloofde Redder van de wereld, komen zou.
Zij kenden de voorspellingen van de profeten, en heel duidelijk komt de voorspelling van Jesaja en Maleachi, in het evangelie van deze 2e adventszondag naar voren: "Zie, Ik zend Mijn bode voor u uit, die voor u de weg zal banen; een stem van iemand, die roept in de woestijn: "BEREIDT DE WEG VAN DE HEER, MAAKT ZIJN PADEN RECHT ”.
Die wegbereider nu, was Johannes de Doper.
Hij riep de mensen op tot bekering en Johannes was volgens Jezus zelf de grootste van alle profeten.
Heel de landstreek van Judea en alle inwoners van Jeruzalem gingen naar hem toe en lieten zich dopen.
Toch waren er ook velen die hem afwezen en uiteindelijk onderging ook Johannes de Doper hetzelfde lot als de vele andere profeten, ook hij werd gedood.
Beste mensen, dit is eigenlijk heel vreemd: God heeft een geweldige Boodschap voor de mensen.
Hij wil hen laten delen in Zijn Hemels geluk en stuurt profeten om dat aan te kondigen, maar de één na de ander wordt vermoord én uiteindelijk wordt zelfs Gods eigen Zoon gekruisigd.
Maar kijken wij ook maar naar al die verkondigers die in latere eeuwen de Blijde Boodschap onder de mensen brachten, ook zij werden onderworpen aan smaad, afwijzing en zelfs de dood.
Wat is nu de steeds terugkerende oorzaak hiervan: waarom zinde de mensen dat niet?
Ze riepen op tot bekering, ze keerden zich tegen de heersende zucht naar al het wereldse.
Het volk wenste volledige vrijheid, ook om kwaad te doen, en wilden de straffen waarmee God dreigde, niet horen en dit was weer een gevolg door hun ongeloof en onverschilligheid.
Bekering: een verandering van je geest, van je innerlijk.
Een bekering van je hart!
Wat is er dan mis met het hart?
Waarop is ons hart dan gericht?
De gezindheid van het hart is eigenlijk vaak niets anders dan de door de wereld geaccepteerde en normale geachte, helemaal gericht op aardse belangen en op het veiligstellen van het eigen ik.
Als je maar niets hoeft in te leveren en maar gelukkig bent.
We laten ons dan leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil!, zoals Jezus dit ook zegt tegen Petrus.
Johannes de Doper gaat niet naar de mensen toe, maar de mensen komen naar hem.
Weg uit de hun eigen wereld, weg uit hun eigen ik, om iets van God te verwachten.
Ja, zelfs als ze eerst alles moeten inleveren.
Adventstijd is een tijd van versterving.
Het is iets wat mensen ook kan overkomen in hun gewone leven, bij ziekte of werkeloosheid, ook dat is een soort adventstijd.
Dit kan een voorbereiding zijn op Zijn komst, om te groeien naar een nog grotere verbondenheid met Hem.
Zo vraagt de advent van ons om door vernieuwing van ons geloof en door het onderzoeken van onze leefwijze de weg te bereiden, die naar God leidt.
Hiervoor mogen wij putten uit de woorden van de Blijde Boodschap, het evangelie.
En Jezus Christus is die brenger van de Blijde Boodschap, de vreugdebode, maar Hij is ook de inhoud van die Blijde Boodschap.
Om iemand ergens blij mee te kunnen maken moet hem of haar goed kennen.
Dat kan God, Hij kent onze gedachten en wensen, Hij wil ons blij en gelukkig zien.
Maar dat vraagt ook van ons de nodige inspanning, wij moeten ons toevertrouwen aan Gods leiding, de minder goede dingen achter ons laten, en wanneer kunnen wij dat beter doen als in de adventstijd.
Dat is waartoe ook de profeet Jesaja en Johannes de Doper ons oproept: "Een dal ophogen, een berg of heuvel afgraven, en oneffen plekken vlak maken ".
Dan kunnen wij met een gerust en blij hart naar het grote feest van Christus geboorte, het kerstfeest toeleven.
Amen.

Hans Smits