Gij zijt de Christus

 
Broeders en zusters in Christus,
"Wie is volgens de opvatting van de mensen, de Mensenzoon?”
Een vraag die Jezus vandaag in het evangelie aan zijn leerlingen voorlegt.
Een vraag omtrent Zijn identiteit, maar wie is Jezus Christus nu voor ons?
Wat zien wij in Hem?
Wat verwachten wij van Hem?
Wat kan Hij voor ons doen of wat kan Hij voor ons betekenen?
Kan Hij überhaupt wel wat voor ons doen of betekenen, of is het alleen maar een herinnering aan Hem, een herinnering die we proberen levend te houden?
 


Ja, beste mensen, het evangelie wil ons deze zondag confronteren met het wezen van ons geloof, ons christelijk en katholieke geloof.
Geloven in God!
Voor veel mensen is dit al anders, ze geloven wel in "iets”, maar in een "iemand”?
Dat is nog maar de vraag.
Misschien komt dat wel omdat we in ons dagelijks leven al zo moeilijk op mensen kunnen vertrouwen, het geloof, het vertrouwen in de ander heeft soms onherstelbare schade opgelopen.
Maar als christenen mogen wij geloven in en vertrouwen op God, één God in drie personen: Vader, Zoon en Heilige Geest.
Hij zal nooit ons vertrouwen beschamen!
Maar bij de leerlingen was de twijfel niet anders, er was zoveel over Jezus gezegd, er waren zoveel uiteenlopende opvattingen over wie Jezus is, de ene zegt Johannes de Doper, een ander Elia of Jeremia, misschien één van de profeten.
Daarom vraagt Hij hun op de man af: " En gij, wie zegt gij dat Ik ben?”
Waarop Petrus antwoordt: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God”.
Petrus durft de menselijke overwegingen achter zich te laten, afstand doen van opvattingen die voortvloeiden uit menselijk nadenken.
Jezus zegt dan ook tot Petrus: ” Zalig zijt gij, Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard maar Mijn Vader die in de hemel is”.
Zowel voor Petrus, toen, als voor ons, nu, zal het ons van Godswege gezegd moeten worden zodat wij in geloof de stap durven te zetten over de kloof tussen menselijk denken en de goddelijke openbaring heen.
Petrus is ons hierin voorgegaan, zijn belijdenis vormt de kern en het fundament van de Kerk.
Deze Petrus is de rots waarop de Kerk gegrondvest is.
Als we erkennen dat Jezus de Zoon van God is, heeft dit consequenties voor ons leven.
Zolang men deze stap niet maakt, blijft Jezus niets meer dan een goed mens.
Je kunt je dan door Hem aangesproken voelen en een andere keer weer afstoten.
Maar op het moment dat je Hem erkent als de Zoon van God is, dan is het over met de vrijblijvendheid, dan ga je beseffen dat Hem zult moeten aanvaarden ook met de moeilijke kanten.
Als wij Zijn leerlingen willen zijn, dan zullen moeten instemmen met het antwoord dat Petrus geeft: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God. Jezus gaf zelfs na deze belijdenis aan Petrus de sleutels van het Rijk der hemelen en wordt daarbij de eerste paus en plaatsvervanger van Christus op aarde.
Wat hij op aarde zal binden zal ook in de hemel gebonden zijn en wat hij op aarde zal ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn.
Zo gaat deze sleutelmacht van paus op paus en zoals Jezus belooft heeft zullen de poorten der hel haar niet overweldigen.
En zoals de Heilige apostel Paulus het zegt in de brief aan de Romeinen: "Hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn beslissingen, hoe onnaspeurlijk Zijn wegen”.
Dit geeft ons de zekerheid dat wij door Gods ondoorgrondelijke beslissingen en Zijn onnaspeurlijke wegen tot aan het einde der tijden daar de sleutels zullen vinden van het Rijk der hemelen, daar waar Jezus ze in handen heeft gegeven: onze Moeder de Heilige Kerk.
Beste mensen, laten wij vragen om standvastigheid, dat wij telkens weer de woorden van de Heilige Petrus mogen herhalen: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God” , want bij Christus vinden wij de sleutels die ons feilloos naar ons einddoel zal leiden.
Amen.

Hans Smits