Adoro Te Devote

 
Broeders en zusters in Christus, Vandaag vieren wij met vreugde het Hoogfeest van Sacramentsdag, de werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het allerheiligste Sacrament des Altaars.
Sacramentsdag is eigenlijk een herhaling van Witte Donderdag, maar nu op een uitbundiger en meer feestelijke manier, dit omdat Witte Donderdag in de Goede Week valt en er meer aandacht is voor het lijden en sterven van de Heer.
Het is het feest van God die onder ons tegenwoordig komt in het Heilig Misoffer.
Zo dicht dat wij Hem zouden kunnen aanraken, dat wij Hem zelfs mogen ontvangen in de Heilige Communie.
Een geheim dat zo groot is en dat het zelfs ons bevattingsvermogen ver overstijgt, iets wat men alleen met de genade van geloof kan aanvaarden.
Ja, we kunnen het niet uitleggen en bewijzen aan hen die niet geloven, maar voor wie waarlijk gelooft heeft het geen uitleg nodig.
Jezus biedt ons Zijn Lichaam telkens weer opnieuw aan.
Zoals Hij eenmaal en voorgoed op het kruis voor de gehele mensheid, het offer van de verlossing bracht, zo hernieuwt Hij deze zelfgave, dit offer, in iedere Heilige Mis.
Elke dag opnieuw hernieuwd Hij zijn kruisoffer en elke dag opnieuw mogen wij Hem ontmoeten en kunnen wij weer verder gaan, want het leven, hoe zwaar ook, is niet uitzichtloos.
"Wie van dit brood eet, zal leven in eeuwigheid”, zegt Jezus zelf.
Ons leven is bestemd tot eeuwig leven, die waarheid beleven wij als we Hem mogen ontmoeten in de Heilige Communie.
Beste mensen, Als je hier goed over nadenkt dan bestaat er toch geen groter wonder dan deze, Gods Zoon, komt onder ons in de eenvoudige gedaanten van brood en wijn.
Iets wat wij in geloof mogen aanvaarden, iets wat ons in het diepst van onze ziel raakt.
En wat is in de voorbije eeuwen dit grote mysterie, dit Heilig Sacrament, met veel eerbied omgeven.


Velen van u zullen het zich nog goed kunnen herinneren hoe er in de kerken Sacramentsdag werd gevierd, de plechtige processies, de bruidjes, het Allerheiligste omgeven door bloemen en kaarsen.
Het was een geloofsleven dat mensen gelukkig maakte, dat mensen gesterkt en getroost heeft.
Het was een levend geloof, Christus tegenwoordigheid in het Allerheiligste Sacrament, was het middelpunt van het kerkelijk leven, van het hele geloofsleven.
Maar helaas kwamen er na het Tweede Vaticaans Concilie de geloofswaarheden bij veel mensen aan het wankelen, men was van mening dat er te veel pracht en praal was en wilde de kerk dichter bij de mensen brengen door eenvoud en soberheid.
Kerken werden ontdaan van hun schilderingen en beelden werden verwijderd.
Talloze prachtige Hoogaltaren werden gesloopt, beelden en gewaden verhandeld.
De koren en/of zelfs het orgel, namen de plaats in van het tabernakel.
Het Allerheiligste kreeg dan veelal een plaats in een zijkapel.
Kerkbanken werden ontdaan van de knielbanken en werden hier en daar vervangen door stoelen, dit misschien toen al wel uit oecumenisch oogpunt.
De communiebanken waren overbodig geworden omdat men zogenaamd staande met meer eerbied kon communiceren.
Alle eerbied en mystiek raakte helaas op de achtergrond, werden de geloofswaarheden troebel gemaakt en zelfs de Sacramenten als een symbool betiteld.
En zo kan ik nog wel even doorgaan.
We werden en worden vaak op een verkeerd spoor gezet waarvan velen van ons geen weet hebben.
Het moet allemaal zogenaamd verstaanbaar worden, de mensen moeten het kunnen begrijpen, maar hiermee wordt het mystieke en sacrale verdreven en is de genade van geloof grotendeels verdwenen.
Maar iets wat men in geloof en met genade zal kunnen en mogen aanvaarden is niet te bewijzen of altijd te begrijpen.
Door termen van tafelgebed, breken en delen, aan tafel gaan en van allerlei andere bewoordingen poogt men het Goddelijke te verlagen, te verwereldlijken. Geen wonder dat dan ook mensen gaan roepen: "ze hebben ons vroeger van alles wijsgemaakt, dat breken en delen en samen aan tafel gaan, kunnen we thuis ook”.
Maar nergens anders komt Christus in mystieke wijze onder ons tegenwoordig als tijdens het H.Misoffer.
Daar waar door de priester over de hostie en de wijn uitgesproken wordt: "dit is Mijn Lichaam en dit is Mijn Bloed”.
Want het gaat er niet om, de Canon met daarin de instellingswoorden, voor ons zo begrijpelijk en menselijk mogelijk te maken.
Hierover is door de Kerk eeuwenlang heel duidelijk geweest en heeft men het Goddelijke bewaakt.
Het kan en mag niet zo zijn dat iemand die leuk kan schrijven zomaar een zogenaamd eucharistisch gebed uit de mouw kan toveren, iets waar men sinds 1963 niet vies van was.
De H.Mis is de hernieuwing van het kruisoffer dat Jezus bracht aan Zijn Vader.
De goddelijke Christus is waarachtig tegenwoordig in de H.Hostie en is ongedeeld aanwezig tot in het kleinste deeltje.
Zelfs dat kleinste deeltje moet dan ook nog met zorg en respect omgeven worden.
Laten wij daarom heel bewust en niet uit sleur het Lichaam en Bloed van Christus ontvangen.
Beste medegelovigen, God zij dank, wordt het Allerheiligste Sacrament in nog vele kerken steeds met eerbied omringt, bewaard in een tabernakel, zichtbaar voor een ieder die het godshuis betreed, omgeven door kaarsen en bloemen en brand er nog steeds dag en nacht de godslamp ten teken van Christus aanwezigheid.
Laten wij dankbaar zijn dat wij God zo mogen ontmoeten, dankbaar voor wat Jezus Christus aan ons heeft gegeven.
Mogen we steeds bezield worden om deze grote gaven, dit grote geheim van ons geloof, te waarderen en in ons leven een belangrijke plaats geven, het waardig te ontvangen, te aanbidden, door te geven en dit geloof te delen met de ander.
Zoals de Heilige Thomas van Aquino heeft geschreven in het Adoro Te, devote, een prachtige Sacramentshymne, wat vertaald betekent: U aanbid ik in overgave, Godheid ongezien, die waarachtig onder deze tekenen schuilt.
Amen.

Hans Smits