Godsgeheim

 
Broeders en zusters in Christus,
Op deze zondag Trinitatis, richten wij onze aandacht op het grootste geheim van ons Geloof in God.
Het bestaan van de Drie-eenheid, van Vader, Zoon en Geest.
We lezen vandaag in het evangelie over Nicodemus, hij is zoekende, iemand die niet tevreden is met zijn doorsnee leven.
Daarom is Hij Jezus gaan opzoeken.
Hij zocht wat verdieping in zijn leven.
Maar zomaar naar Jezus toegaan, was dat wel verstandig, wat zouden de mensen wel niet zeggen?
Nicodemus was bang, bang om afgewezen te worden, hetgeen zo vaak gebeurt als iemand het goede en het ware wil.
Zijn de mensen van nu niet zoals Nicodemus?
Durven velen nog wel te zeggen dat ze gelovig zijn, elke zondag en zo mogelijk elke dag de H.Mis bijwonen, met regelmaat de rozenkrans bidden, uit te komen voor de geloofswaarheden?
Ja, deze Nicodemus, Hij zou een zomaar uit ons midden kunnen komen.
Om te voorkomen dat er gepraat zou worden ging hij ’s nachts naar Jezus toe en leerde over het grote geheim van God.
Het geheim van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest in de ene en enige God.
Zo wil ook het verhaal van Nicodemus ons leren dat wij dankbaar mogen zijn dat wij God mogen kennen.
Dat wij er alles voor over zouden moeten hebben om Hem te ontmoeten, om te kunnen getuigen van ons geloof.
Wij kennen God de Vader aan wie wij alles te danken hebben, alles wat we zijn en hebben.
Wij hebben God de Zoon die ons redt van het kwade, die ons heeft verlost.
Wij hebben God de Heilige Geest waarvan wij vol zij, waarmee wij gedoopt zijn.


Wij hebben de Heilige Geest mogen ontvangen opdat wij mensen kunnen worden bij wie het geestelijke, het diepere overheerst, hetgeen ook Nicodemus zocht.
Dit in plaats van driftige instincten die mensen kunnen doen ontaarden.
Want alles wat goed is in ons komt van God, wij ontvangen het door Christus en wij krijgen de kracht en de wijsheid van de Heilige Geest die in ons leeft.
Dit grote Godsgeheim is werkelijkheid en in die werkelijkheid mogen wij leven.
Het gaat in het christendom niet in de eerste plaats om de mens, maar om God.
Het gaat om een God van liefde die niets anders wil dan het ware geluk voor elk mens.
Beste mensen, waar God niet meer wordt beleden als de Allerhoogste en Jezus Christus niet als Gods Zoon, maar als een gewone jongeman uit Nazareth, die Zijn hart op de juiste plaats had.
Als er om de bijstand van de H.Geest niet meer wordt gebeden, ja, daar gaat men andere dingen vergoddelijken en aanbidden.
Die andere dingen zijn o.a bezit, macht, carriére.
Deze dingen kunnen macht op je gaan uitoefenen en je kunt er slaaf van worden.
Dit geldt ook voor macht op andere mensen uit te oefenen en de mens tot slaaf te maken.
Dan wordt de mens slachtoffer van zichzelf en de ander!
Het grote geheim dat wij vandaag vieren hoort ons te doen duizelen, ons sprakeloos maken, want God is oneindig groter dan wij maar kunnen denken en gaat ons verstand verre te boven.
Jezus leert ons God als een Vader kennen die altijd betrouwbaar is en waarheid is.
God is er helemaal voor de mensen en Jezus toont ons dat.
Dat is Zijn zending vanuit de Vader.
Steeds weer zoekt Jezus de eenheid met zijn Vader, telkens weer gaat Hij in gebed en van daaruit gaat Hij naar de mensen.
Daarvoor is Hij mens geworden, om de wereld met de Vader te verzoenen.
Hij toonde Zijn liefde tot het uiterste door zelfs Zijn eigen leven te geven.
God laat de mens niet vallen, daarvoor Hij heeft zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard.
Hij wil ons nabij zijn en daartoe zendt Hij ons zijn Heilige Geest.
In Jezus Christus en in de Heilige Geest komt God zelf tot ons.
In Christus opent God Zijn hart en sticht voor altijd een band met de mensen.
In, door en met Christus wordt Hij tot de mensen gebracht en de mensen tot Hem.
In het evangelie zegt Jezus tot Nicodemus: "God heeft de wereld zozeer liefgehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan maar eeuwig leven zal hebben.”
Hieruit blijkt, beste mensen, hoezeer God de mensen bemint en heeft Hij aan de mensen geopenbaard hoeveel Hij voor ons voelt.
Ook al hebben wij nog zoveel fouten gemaakt, zijn onze zonden misschien talrijk, nooit mogen wij het gevoel in ons opwekken dat Hij ons verstoten heeft, Hij wil ons altijd met Zijn liefde omringen.
Wij kunnen altijd met een rouwmoedig hart naar Hem toegaan, Hij zal ons verwelkomen en wil ons altijd nabij zijn.
Hij steekt, door Christus, Zijn hand naar de mensen uit, waaraan wij ons kunnen vastklampen.
De liefde van God zijn voor ons, als gelovigen, de lichtstralen die ondanks de soms dichte duisternis doorbreken.
God laat zich niet wegstoppen achter donkere wolken, laten we dit in gedachten houden en er voor bidden dat we nooit uit het oog mogen verliezen dat God altijd weer door de duisternis heen breekt, ook al wordt het nog zo donker.
Amen.

Hans Smits