Levend water

 
Broeders en zusters in Christus,
Vandaag lezen wij het prachtige evangelie van de ontmoeting van Jezus met de Samaritaanse vrouw. We zien Jezus Christus, die op weg is van Judea naar Galilea, om daar zijn taak te kunnen volbrengen. Hij komt daarbij graag in contact met mensen waarbij een verlangen te bespeuren is naar redding en verlossing.
Het gaat Hem hierbij niet om de positie, rijkdom, macht of andere aardse zaken die mensen bemachtigd hebben, maar Hij kijkt naar mensen vanuit Zijn opdracht.
Jezus ziet een Samaritaanse vrouw aankomen en Hij voelt dat zij redding nodig heeft.
Hij kent haar verleden en om contact te leggen vraagt Hij haar om voor Hem water te putten om Zijn dorst te lessen.
Dan gaat Jezus bij de stadsput zitten en raakt met de vrouw in gesprek, geen alledaagse dingen, maar over het verschil tussen Joden en Samaritanen.
Vanwege de religieuze verdeeldheid hebben de Joden en Samaritanen geen contact met elkaar.
Jezus had daarom weg kunnen gaan, maar Hij blijft.


De vrouw is aan het begin van het gesprek niet erg onder de indruk van Hem en zeker niet van zijn belofte.
Zij begrijpt niet dat Jezus over zichzelf spreekt: " Als ge enig begrip hadt van de gave Gods en als ge wist wie het is, die u zegt: geef Mij te drinken, zoudt ge het aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven”.
Jezus probeert haar begrip te laten krijgen voor Gods genade en voor Hem in wie deze genade wordt gegeven, de Messias, Hij zelf.
Hij is degene die water zal geven dat in eeuwigheid stroomt, water dat de dorstige ziel van de mens ten goede zal komen.
Want zonder Christus verdroogt onze geest.
Pas als Jezus haar duidelijk maakt dat Hij weet heeft van haar zondige leven, erkent de vrouw dat Hij een profeet is.
Maar het feit dat Jezus haar verleden kent en daarbij spreekt over haar verhoudingen met de mannen, heeft haar de ogen geopend en ziet ze Jezus zeker niet meer als een toevallige voorbijganger.
Toch probeert ze haar privéleven te omzeilen door Jezus een probleem voor te leggen.
"Onze vaderen aanbaden God op die berg daar. Maar de Joden zeggen, dat Jeruzalem de plaats is om God te aanbidden”.
Maar het gaat Jezus niet zozeer om de plaats, maar om de wijze van aanbidding.
De ware aanbidders zijn zij die de Vader aanbidden in geest en waarheid.
Door de woorden en het optreden van Jezus, gaat de vrouw zich afvragen of Hij niet de Messias is.
Uiteindelijk geeft ze zich gewonnen en ziet met wie ze in gesprek is geweest.
Opvallend in dit evangelie is de geduldige en respectvolle manier, waarop Jezus de vrouw tot de ware kennis van Hem, als de Zoon van God brengt.
Ze loopt vervolgens in alle haast naar de stad om daar bekend te maken wie er wel niet bij de put zit en wil hen bij Jezus brengen.
Beste mensen, Jezus verwacht ook van ons dat wij getuigenis afleggen in woord en daad.
Dat vereist allereerst dat ook wij Jezus goed moeten leren kennen, niet alleen met ons verstand maar vooral met ons hart.
Dat is ons christelijk geloof, dat wij mogen vertrouwen op Gods nabijheid.
En het hoogtepunt daarvan is de menswording van Zijn Zoon, die onder ons heeft gewoond, zoals we elke dag bidden: "en het Woord is vleesgeworden en het heeft onder ons gewoond”.
Voor wij Hem bij de mensen kunnen brengen zullen wij eerst onszelf met Hem verbonden weten, met Hem in gesprek gaan en naar Zijn Woord luisteren.
Daarna kunnen wij op pad gaan om ook anderen bij Christus te brengen en getuigenis afleggen van het geloof dat in ons leeft.
Eén zekerheid hebben wij in ieder geval: Jezus kent ons beter dan dat wij onszelf kennen.
Christus wil ons het levende water schenken en biedt haar en ons dit water aan, water dat Hijzelf is.
Hij biedt zich aan als Redder van de wereld, Redder van alle mensen en dat zeer zeker voor mensen die voor Hem openstaan.
Of wij op Zijn aanbod ingaan, ja, dat is onze eigen keuze!
Of wij ons door Hem willen laten redden, ook dat is onze eigen keuze.
Hij wijst niemand af, Hij wil onze dorst naar geluk, zekerheid en vrede lessen.
Wij mogen putten uit de bron die Christus zelf is.
Jezus is de bron waaruit wij allen mogen putten, maar helaas lessen nog steeds heel veel mensen hun dorst door vergankelijk dingen, deze hebben geen eeuwigheidswaarde.
Broeders en zusters, laten wij het mooie aanbod van Christus ter harte nemen om ook werkelijk voor eeuwig gelukkig te worden.
Amen.

Hans Smits