Heer, geef ons meer geloof

 
Broeders en zusters in Christus,
"Heer, geef ons meer geloof”, woorden uit het evangelie van deze 27e zondag door het jaar.
Jezus is aan het onderrichten en dan plotseling, zomaar uit het niets, komt de vraag van de apostelen: "Heer, geef ons meer geloof”.
Waarom ze dit aan de Heer vroegen is niet duidelijk maar we kunnen er wel een reden bij bedenken.
Hen was namelijk o.a. de zware taak op de schouders gelegd om het Woord Gods te verkondigen en de apostelen wisten maar al te goed welke tegenstand ze hiermee gingen oproepen.
Geloof, dat was het allerbelangrijkste, want geloof is allereerst gehoorzamen en zich uit vrije wil onderwerpen aan het gehoorde woord van God.
Hierdoor werden ze sterk en vastberaden.
Het is niet voor niets dat er na het lezen van het H.Evangelie door de priester gezegd wordt: "mogen door de woorden van het H.Evangelie ons geloof worden versterkt”.
Geloof is je overgeven aan God en op Hem durven vertrouwen.
En dat mogen ontvangen, beste mensen, is een genade, een geschenk dat God ons geeft.


Het is een proces dat ons hele leven lang door zal gaan en telkens weer zullen wij het geloof moeten bewaken en zelfs soms herwinnen omdat ze zal worden aangevallen door andere machten en krachten.
Ja, we zullen er, dag in dag uit, voor moeten bidden, dat wij waakzaam mogen blijven en ons niet inlaten met allerlei te mooie voorstellingen en redenaties die vaak lijnrecht tegenover de Waarheid staan.
Want uiteindelijk laat God ons helemaal vrij of wij het aanvaarden of afwijzen.
Hij roept ons om Hem te dienen in geest en waarheid.
Jezus zelf heeft nooit iemand gedwongen of geweld gebruikt om Gods Woord te brengen.
Zelfs tegen de apostelen zei Hij: "Ook gij kunt gaan”.
"Heer, geef ons meer geloof”, de apostelen aanvaarden in grote dankbaarheid de geloofsgenade, maar merkte daarbij ook hun eigen onmacht om zich geheel aan God te geven en Jezus te volgen.
Geen eenvoudige opdracht, noch voor apostelen, noch voor ons, want we worden telkens maar weer geconfronteerd met het grote mysterie van het kwaad, het lijden en de dood.
Geloven is het zien en aanvaarden, dat God de volmaakt betrouwbare is.
En als wij dan hier zo over nadenken, zullen nu vooral in deze oktobermaand, de rozenkransmaand, onze gedachten uitgaan naar Maria, de Moeder Gods, haar geloof moge ons tot voorbeeld zijn, zij vertrouwde rotsvast op God en legde haar leven en haar toekomst in Gods hand.
"Zalig zij, die geloofd heeft dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is”, zij bleef haar Zoon volgen tot onder het kruis.
Al deze bijzondere momenten in het leven van Jezus en Maria overwegen wij in het rozenkransgebed.
Het zijn de mysteries van Gods liefde voor ons, Zijn kinderen.
Maria vraagt ons de rozenkrans te bidden, niet op een ingewikkelde manier of met hoogdravende woorden, maar in het eenvoudige gebed van het Wees Gegroet en het Onze Vader.
Zo bidden wij tot Maria en rechtstreeks tot God, onze Vader.
Dit is wat de Moeder Gods ook vroeg in de verschillende bedevaartsoorden zoals Lourdes en Fatima, "bid de rozenkrans”, het krachtige gebed, waarin wij de mysteries mogen overwegen in de Blijde, de droevige, de glorievolle en de lichtende geheimen.
De beloften die Maria in Lourdes en Fatima verbindt aan dit krachtige gebed is: we kunnen er eeuwig leven door verwerven, maar bovenal in het hier en nu: rust en vrede voor het hart.
Dit mogen we gelovig aanvaarden en God danken, dat wij mensen mogen zijn die het geloof mogen uitdragen en dat wij telkens weer in het rozenkransgebed de kracht vinden en bidden: " Heer , geef ons meer geloof”.
Mogen wij zo steeds, naar het voorbeeld van Maria, Gods wegen gaan in dit aardse leven, vol geloof uitziend naar de toekomst die ons wacht.
Amen.
 
Hans Smits