Wilt ook gij soms heengaan?

Het aantal van hen die weggaan, is de laatste jaren groot.
Jongeren gaan van huis weg: zij willen onafhankelijk en vrij zijn!
Veel christenen gaan uit de Kerk weg en keren vaak genoeg het geloof de rug toe.
We hebben zelfs een tijd gehad dat zelfs priesters en kloosterlingen weg gingen om hun geluk elders te vinden.
Waarom gaan zoveel mensen weg?
Omdat ze hele andere verwachtingen van iets hadden en zich alles heel anders hadden voorgesteld.
In de tijd van Jezus was het niet anders.
De mensen hadden zoveel van Hem verwacht.
 

Hij was het die ze nodig hadden.
Ja, Hem wilden ze wel als koning hebben, die hen brood konden geven.
Maar Jezus ging hier helemaal niet op in.
Hij sprak namelijk niet over het aardse brood, maar over het Hemelse.
Niet over het aardse leven , maar het eeuwige leven.
Geen brood dat vergaat, maar brood uit de hemel heeft de mens nodig.
Daar leeft de mens van.
Want Jezus was niet gekomen om koning te worden en anderen brood te verschaffen.
Hij was gekomen om zichzelf voor ons te geven.
Door de gave van zijn leven wilde Hij brood voor de wereld worden.
Eigenlijk staan veel mensen nu voor dezelfde situatie.
De Kerk, de godsdienst: in hun ogen beantwoorden ze niet meer aan hun verwachtingen.
Waartoe dient de godsdienst nog?
Wat hebben we aan al dat bidden?
De uren van de Eucharistieviering zijn op tijden die ons niet schikken, bij de voorbereidingen op het ontvangen van een sacrament wordt een ernstige christelijke opleiding gevraagd; sommigen ergeren zich aan een Kerk, die de ware leer verkondigd en een ander ergert zich aan uitspraken die de Kerk doet.
Ach, en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Maar hoe dan ook ... aan één ding komen we niet meer voorbij: vandaag de dag wordt van elke christen een persoonlijke beslissing gevraagd. 'Wilt ook gij soms heengaan?' Gods vraag richt zich tot vrije mensen, met een vrije wil, die hun antwoord geven.
Misschien kan Petrus ons een handje helpen. Hij zegt: 'Heer, tot wie zouden wij gaan, Gij alleen hebt woorden van eeuwig leven'.
Petrus werd door elkaar geslingerd door twijfels.
Moet ik Jezus nog volgen of moet ik een andere weg kiezen?
Want Jezus wijst hem een andere weg aan, een weg die hij liever niet gaat.
Maar toch breekt er bij Petrus iets van binnen.
De weg van Jezus verliep dan wel anders, maar Zijn boodschap reikte over de grenzen heen.
Petrus voelde zich helemaal met Jezus verbonden, hij heeft naar Zijn woord geluisterd en dat woord werkte in hem .
In de navolging van Jezus Christus had hij begrepen dat het hier niet ging om goedkope beloften.
Hij had ervaren dat er iets verandert in de mens als dat woord in hem gaat leven.
Daarom heeft hij het woord van Jezus in zich opgenomen en er zich door laten leiden, tot over de grenzen van ergernis en onbegrip heen.
Hij is Jezus gevolgd en heeft eigen ideeën en voorstellingen naast zich neergelegd.
Is dat ook onze situatie?
Hoe staan wij tegenover het evangelie?
Hoe staan wij tegenover de Jezus?
Hoe staan wij tegenover het werkelijk aanwezig zijn van de Heer in het H. Sacrament?
Met welke ogen kijken wij naar de Kerk? 
Maar juist dan vraagt Jezus aan ons: "Wilt ook gij soms heengaan?”
Maar, beste mensen, ervaren wij ook niet , als wij geluisterd hebben naar Gods woord, dat ook ons leven meer licht, meer vrijheid geeft?
Dat licht, die vrijheid, dat proeven van de waarheid, zal ons de moed schenken om in het uur van crisis en duisternis met Petrus te zeggen: 'Heer, naar wie zou ik gaan, Gij alleen hebt woorden van eeuwig leven.'
 
Amen.

Hans Smits