H. Lodewijk

 
Lodewijk IX (Poissy, 25 april 1214 – nabij Tunis, 25 augustus 1270), genaamd de Heilige (Frans: Saint-Louis), uit het Huis Capet, was koning van Frankrijk van 1226 tot zijn dood. In 1297 werd hij door paus Bonifatius VIII heilig verklaard.
 
Hij was de tweede zoon van Lodewijk VIII en Blanca van Castilië. Nadat zijn vader op 12 november 1226 overleden was, werd hij reeds op 29 november, op 12-jarige leeftijd, tot koning gekroond in de kathedraal van Reims, die op dat ogenblik nog in de steigers stond. Hij stond aanvankelijk onder voogdijschap van zijn moeder die erg beducht was voor een opstand van de feodale heren. Op 11 april 1229 stond graaf Raymond VII van Toulouse hem krachtens het Verdrag van Meaux de Languedoc af (het gebied van Agen, alsmede de Quercy en de Rouergue), waardoor voor Frankrijk een belangrijke opening naar de Middellandse Zee ontstond. Lodewijk IX trad in 1234 in het huwelijk met Margaretha van Provence, de oudste dochter van graaf Raymond Berengar V van Provence. In 1241 bestreed hij met succes een feodale revolte in de Poitou, die vanuit Engeland gesteund werd door koning Hendrik III. In 1242 verordende hij de openbare verbranding van de Talmoed, die bij karrenvrachten tegelijk in vlammen opging. Slechts weinige handschriften ontsnapten aan de vernietiging.
 

De uitzonderlijke vroomheid van Lodewijk IX, die zijn politiek realisme soms in de weg stond, uitte zich onder meer in zijn deelname aan de rampzalige Zevende Kruistocht (1248–1250), waarin hij bij Damiate gevangen werd genomen. Wat er in de Franse schatkist nog overbleef, werd toen besteed aan de betaling van zijn losgeld. Het was niet in het Franse staatsbelang dat hij na zijn vrijlating nog vier jaar in het oosten bleef. Hij keerde niet naar Parijs terug vóór de fatale hartkwaal van zijn moeder, de regentes Blanca van Castilië.
 
Niettemin wist Lodewijk het interne evenwicht van zijn koninkrijk te verzekeren, onder meer door de hervorming van de rechtspraak en het muntwezen. Hij stelde een nieuw soort koninklijke ambtenaren aan, zgn. enquêteurs, die de al bestaande baljuws moesten controleren. Het beeld van de "Heilige" koning Lodewijk, rechtsprekend onder een eik in het bos van Vincennes, is tot de collectieve verbeelding gaan behoren. Hij stichtte hospitalen, liefdadigheidsinstellingen en bevorderde kunsten en wetenschappen, voor zover die ten dienste van de religie stonden. Hij liet de Parijse universiteit uitgroeien tot één der intellectuele centra van de christenheid en het was ook onder zijn regering dat de Gotiek in Frankrijk tot volle bloei kwam. In 1239 verwierf hij uit handen van de Byzantijnse keizer de zgn. doornenkroon en daarna, in 1241, nog andere relikwieën, waaronder een zgn. fragment van het kruis van Christus. Voor deze voor het middeleeuwse katholieke christendom waardevolle relieken liet hij in Parijs de beroemde Sainte-Chapelle bouwen. De territoriale expansie tijdens zijn regering was beperkt en werd slechts afgerond met de aankoop van de territoria Blois, Chartres en Mâcon. Lodewijk IX trad verder af en toe op als scheidsrechter in de internationale Europese politiek, onder meer in de opvolgingsstrijd tussen de Huizen van Avesnes en Dampierre in Vlaanderen en Henegouwen (tussen 1246 en 1256) en in het conflict (1264) tussen de koning Hendrik III van Engeland en diens vazallen.
 
Tijdens zijn regeerperiode hield Lodewijk zich actief bezig met het bekeren van de Mongolen, naar wie hij meermaals een missie zond, die echter altijd onverrichter zake terugkeerde. Dit leverde wel veel informatie op over deze periode van het Mongoolse Rijk. André de Longjumeau (1248-1250) en Willem van Rubroeck (1254) werden er op uit gezonden omdat men dacht dat de khagan Möngke nog slechts enige overreding nodig had om christen te worden, waarna de weg vrij zou zijn voor priester-koning Johannes (die echter alleen in legenden bestond). De Mongolen zouden dan welkome bondgenoten van de kruisvaarders kunnen worden. Weinige jaren later vielen de Mongolen inderdaad het Midden-Oosten binnen, niet als bondgenoten van wie dan ook, maar als veroveraars, waarbij Bagdad in 1258 veroverd en vreselijk geplunderd werd. Pas in 1260 werden zij door de Mamelukken in Egypte teruggeslagen in de Slag bij Ain Jalut, die daarbij zelfs geassisteerd werden door de kruisvaarders.
 
In de overtuiging dat de islamitische heerser van Tunis zich tot het christendom zou bekeren bij de aanblik van een leger kruisvaarders dat aan land ging, lanceerde Lodewijk IX de Achtste Kruistocht, die hem echter fataal zou worden. Een maand na zijn landing overleed hij op 56-jarige leeftijd vóór de wallen van Tunis aan de pest. Na zijn dood werd hij overgebracht naar Lyon en bijgezet in de kathedraal aldaar. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Filips III van Frankrijk, bijgenaamd de Stoute.
 
Zijn kinderen waren:
Blanche (1240-1243)
Isabella (1242-1271), in 1258 gehuwd met Theobald IV van Champagne, koning van Navarra
Lodewijk (1244-1260)
Filips (1245-1285), die zijn vader opvolgde als Filips III van Frankrijk
Jan (1248-1248)
Jan Tristan (1250-1270), graaf van Valois en van Nevers, in 1266 gehuwd met Yolande van Bourgondië († 1280)
Peter (1251-1284), graaf van Alençon en van Perche, in 1272 gehuwd met Johanna van Châtillon (1254-1291)
Blanche (1252-1310), in 1269 gehuwd met Ferdinand de la Cerda (1255-1275), infant van Castilië
Margaretha (1254-1271), in 1269 gehuwd met Jan I van Brabant (1253-1294)
Robert van Clermont (1256-1317)
Agnes (1260-1327), in 1279 gehuwd met Robert II van Bourgondië (1248-1306).
 
Lodewijk IX werd in 1297 heilig verklaard door paus Bonifatius VIII, die daarmee een poging ondernam om zich te verzoenen met Filips de Schone, Lodewijks kleinzoon. Zijn feest is op 25 augustus.
 
Lodewijk IX is de beschermheilige van San Luis Potosí in Mexico en wordt afgebeeld op het stadswapen. In de kathedraal op de Plaza de Armas staat zijn heiligenbeeld. Vele plaatsen in de wereld zijn naar Lodewijk IX vernoemd, waarvan Saint Louis (Missouri) de bekendste is.
 
Er zijn twee ridderorden naar de Heilige Lodewijk genoemd; De niet meer bestaande Orde van de Heilige Lodewijk, een militaire onderscheiding van de Franse koningen en de nog steeds bestaande Orde van de Heilige Lodewijk voor Civiele Verdienste van de Hertogen van Parma.