Wij gebruiken cookies om uw ervaring op onze site te verbeteren. Dit omvat cookies van derde partijen, zoals Google Analytics, die ons helpen te analyseren hoe u onze website gebruikt, en / of cookies van sociale media-platforms zoals YouTube, die interactieve content op onze website mogelijk maken.
Uw privacy is belangrijk voor ons. Wij gebruiken deze cookies alleen met uw toestemming. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van deze cookies. Als u echter niet instemt, kunt u op "Weigeren" klikken. Houd er rekening mee dat als u de cookies weigert, sommige functies van de site, zoals ingesloten YouTube-video's, mogelijk niet correct functioneren.
Barnabas (ook Barnabé) Apostel (ook van Cyprus), Salamis op het eiland Cyprus, Griekenland; apostel & martelaar; † 1e eeuw.
Hij was van joodse afkomst uit de stam Levi, heette oorspronkelijk Jozef Justus en was afkomstig van Cyprus, waar zijn ouders een groot landgoed hadden. Zij stuurden hem naar Jeruzalem om - net als Paulus - in de leer te gaan bij de grote rabbi Gamaliël († ca 88; feest 3 augustus). Hoewel hij niet behoorde tot de Twaalf, wordt hij toch gerekend tot Jezus' eerste leerlingen. De overlevering is ervan overtuigd dat hij zich bevond onder de (tweeëen)zeventig, die de Heer voor zich uitzond (Lukas 10,01). Na Jezus' hemelvaart had hij have en goed verkocht om zich voorgoed bij zijn aanhangers aan te sluiten. Door de vervolgingen van de kant der joden, had hij zich genoodzaakt gezien met een aantal medeleerlingen uit te wijken naar de Syrische stad Antiochië, waar Jezus' leerlingen voor het eerst 'christenen' genoemd werden (Handelingen 11,26). In de Handelingen van de Apostelen horen we herhaaldelijk over hem. Daar wordt hij beschreven als 'een goed man, vol van Heilige Geest en geloof. Veel mensen werden voor de Heer gewonnen.' Vandaar, dat hij van Jezus' medeleerlingen de bijnaam Barnabas (= 'Zoon van de Vertroosting') had gekregen (Handelingen 04,36). Hij was het, die Paulus na zijn omstreden bekering bij de leerlingen introduceerde (Handelingen 09,27). Op Paulus' eerste zendingsreis was hij diens trouwe metgezel.